Wat ik deze week geleerd heb #projectblogboek

#projectblogboek

Daar gaan we:

  • hoe je stenen moet kappen en bewerken. Hard labeur, maar wel zeer deugddoend ook, als je zo’n ruwe steen ziet veranderen tot er een mooi, afgewerkt motiefje instaat.
  • dat steengruis overal naartoe vliegt en dat je dus ’s morgens kan opstaan met een hoofdkussen vol kleine stukjes steen.
  • samen met dat stenen kappen ook hoe je best met een hamer op een beitel slaat, namelijk niet kijken naar waar je hamer op je beitel komt, maar wel naar waar je beitel op je steen komt. Doe je dat niet, zo leerde én voelde ik, dan mep je gewoon op je handen.
  • dat ik er blijkbaar uitzie als iemand die beledigd wilt worden:

Situatie 1: ik zit in de trein te lezen; op de zetel achter mij zit een (iet of wat) dronken meneer.
Hij: “Mag ik u eens iets vragen?”
Ik: “Ja.”
Hij: “Ja, neen, ’t is goed, kom, lees maar voort, ’t is al goed jong.”
Owkay, geen idee waar deze uitbarsting plots vandaan kwam, maar bon, ik draai mij om en lees voort. Twee minuten later:
Hij: “Weet gij iets over spiritualiteit.”
Ik: “Neen.”
Ok, dat is niet waar, maar zou u beginnen praten over spiritualiteit met een mens wiens adem alleen al u zat zou maken?
Hij: “Ik kan u daar veel over leren.”
Ik: “Dat is vriendelijk, maar ik ben eigenlijk aan het lezen.”
Hij: “Ja, ’t is goed, lees maar voort he seg, ik wilde ook maar gewoon helpen.”
Zucht… Nog eens twee minuten later, vlak voor hij van de trein stapt: hij zit mij aan te staren, waarop ik dan maar opkijk.
Hij: “Ik ben wel vijftig he en geen twintig meer. Ik zou u zoveel kunnen leren jong.”
De kansen die een mens zo laat liggen…

Situatie 2: ik sta in een kledingwinkel naar een rek te kijken, maar draai mij om omdat ik iemand – ik dacht mijn moeder – uit het pashokje hoor komen. Het blijkt niet mijn moeder te zijn, maar de vrouw uit het hokje ernaast. Ik heb de volle halve seconde naar die vrouw gekeken, daarbij nog niet opmerkend dat ze een grijs kleed met een motiefje draagt, met daarover een grijze gilet met een ander motief.
Zij (tegen mij): “Ja, ik ga dat zo wel niet combineren he. Want ik zie u zo al kijken van ‘wat gaat die nu aandoen bij elkaar’. Ik ga dat wel aandoen op een effen broek of kleedje he, niet op dit, dus ge moet zo niet kijken!”.
Ik (compleet uit de lucht vallend): “Euh, ik keek niet naar u…”.
Zij: “Ah, ’t zag er anders wel zo uit. Want ik ga dat dus niet zo combineren he, ge moet niet denken dat ik dat zo ga combineren hoor.”
Serieus, zie ik er zo kwaad uit dat mensen zich direct moeten aangevallen voelen? Ik had nog niet eens de kans gehad om welke mening dan ook te gaan vormen over wat ze aanhad.

  • dat mijn gezicht blijkbaar “iets Zwitsers” heeft. Dixit een meisje op het perron in Amay bij Luik.
  • dat Eurolinesbussen al wel eens met 50 minuten vertraging durven toekomen. Niet echt tof als je niet weet hoeveel vertraging je bus heeft en je dus in totaal anderhalf uur bij twee graden buiten staat.
  • dat je bij de Zwitserse douane wél naar de wc mag voor de controle gedaan is als je maar de eerste van de ganse bus bent die dat vraagt.
  • dat de Franse douane haar “willekeurige” steekproeven niet zo willekeurig lijken. Of wat denkt u van de keuze voor de Afrikaanse dertiger, de Arabische vrouw en de blanke man met dreadlocks?
  • dat zo’n bus weliswaar een van de meest milieuvriendelijke opties is, maar dat 18u onderweg zijn naar huis toch ook niet je dat is.
  • dat Johan de meest kerstminnende van ons beiden is. Dacht ik nog dat we dit jaar gewoon geen kerstboom zouden hebben (wegens dat onze minisequoia die vorig jaar dienst deed én door Johan versierd werd, nog bij mijn ouders staat), dan bleek er bij thuiskomst een met lichtjes en ballen versierde kerstboom te staan.
  • dat ik daar eigenlijk wel blij mee ben, want ’t is toch wel gezellig zo’n kerstboom. En doordat het een kleintje met wortel is, kunnen we hem in de zomer gewoon op het terras zetten en volgend jaar opnieuw gebruiken!
  • dat je best selecteert in wat je zo allemaal leert op een week, want dat dat nogal veel blijkt te zijn.

Dit is de vierde post voor #projectblogboek, volgens haar idee, gebaseerd op haar boek.

2 reacties

  1. Haha, ik moest lachen om de twee situaties die je beschrijft. Hoewel ik nooit exact hetzelfde heb meegemaakt, ben ik wel bekend met het wino/weirdo-fenomeen op het openbaar vervoer.

    Wie dat niet kent, neemt gewoon niet vaak genoeg het openbaar vervoer. 😉