Week 2014/50 (+ stukje week 49)

Na een weekje steenkappen nam ik vrijdagavond de bus terug naar Zürich, iets wat er voor zorgde dat mijn zaterdagochtend al om 7 uur ’s morgens in de buurt van Mulhouse startte (Google maakt daar trouwens Mulhuizen van, maar zou er één Nederlandstalige dat zo noemen?). Reden was de Franse douane, die blijkbaar niet enkel verhuiswagens, maar ook reisbussen aan de kant haalt. Je kan hen alleszins niet beschuldigen van onzorgvuldigheid: alle koffers werden gecontroleerd met een drugshond, drie mensen moesten hun koffer ook volledig openen en alle passagiers werden daarnaast ook gecontroleerd op identiteit en reden van de reis. De Zwitserse douane (jup jup, 30km verder werden we weer aan de kant gezet) was een pak minder grondig, want zij vergeleken enkel de passagierslijst met de identiteitskaarten. Mij niet gelaten, hoe sneller we doorreden hoe liever, want we hadden al een uur vertraging op dat moment…

Le petit requin

Thuis stond er een verrassing op mij te wachten: niet alleen komt Sint-Maarten op Belgische wijze bij ons, maar blijkbaar ook Sinterklaas op Zwitserse wijze 🙂 . Typisch daarbij zijn de Grittibänze, een lokaal Sinterklaasgebak, dat weliswaar opgegeten was voor ik eraan dacht een foto te nemen 😉
Daarnaast bleek Johan ook een kerstboom gekocht en versierd te hebben (een paar dagen later gevolgd door onverwachte kerstversiering op de venster; vermoedelijk een zeer volhardend restant van de vorige bewoners) en hingen we in de namiddag onze nieuwe lamp in het bureau op. De rest van de dag bracht ik door in bad, in de zetel en in bed. Lui jawel, maar 18u reizen, dat kruipt wel in de kleren eigenlijk.

Le petit requin

Le petit requin

Le petit requin

Zondag werd er gelopen en gingen we naar de wekelijkse “Sunday evening reading group”.

Le petit requin

Lezen was trouwens zo’n beetje de rode draad doorheen de week de volgde, met de read-a-thon, al schreef ik daar al genoeg over 😉

Le petit requin

Tweede rode draad was lopen, want nadat ik de week voor mijn opleiding in België al eens een uur liep, deed ik nu nog beter met juist geen anderhalf uur! De bedoeling was om langs de rivier (en dus quasi langs de spoorweg) te lopen tot ik niet meer kon en dan naar het dichtstbijzijnde station te stappen om de trein terug te nemen. Kwestie van af en toe iets verder te geraken dan mijn gebruikelijke ritjes en aangezien mijn treintickets altijd gelden voor 24h, kan ik zo’n looptocht soms inbouwen met een ticket dat nog niet vervallen is.
Dat deed ik ook, maar in plaats van één station verder te lopen dan de vorige keer, liep ik quasi tot in het centrum van Zürich, goed voor 11,8 km in 1u26. Contentement alom hier, ook al omdat ik op het einde nog een beetje energie over had om een spurtje te trekken om mijn trein nog te halen 😉
Opvallende constatatie onderweg: mensen met veel honden. En met veel bedoel ik dan niet drie of vier, maar bijvoorbeeld drie mensen met 21 honden. Of dit koppel dat op de wandel was met ongeveer 15 honden. Enerzijds denk ik dat het misschien vrijwilligers van een asiel zijn, maar dan anderzijds lopen de meeste van die honden gewoon zonder leiband en het zou mij verbazen dat alle honden in het asiel zo goed getraind zijn.

Le petit requin

Ook tijdens het weekend werd er op zondag nog gelopen, dit keer een half uur, maar aan een hoger tempo. Ik wilde wel eens 10 gemiddeld halen en dat lukte, zij het meer uitgeput dan van dat anderhalf uur lopen… Toch maar niet gaan overdrijven dus en rustiger opbouwen naar een hoger gemiddelde. Zaterdag gingen we ook al fietsen, een ritje van amper 25 km, maar waarin we wel de Albispas aandeden vanaf de lange kant. Goed voor een dik half uur klimmen, dus het was een kort, maar pittig tochtje. Vanop de Albispas reden we naar een recent door Johan ontdekte uitkijktoren, vanwaar je – net zoals vanop de Uetliberg – een mooi zicht hebt op het meer van Zürich en de Alpen. Daarnaast zie je van hier ook ons appartement en de steden Zug en Baar liggen.

Le petit requin

2 reacties

    • 🙂 Ja, we hebben het hier wel getroffen qua omgeving!
      Niet dat er plannen zijn om al terug te keren, maar als dat ooit gebeurt, zal het landschap ongetwijfeld een van de moeilijkste dingen zijn om achter te laten.