De boeken van februari 2018
Met vier boeken was februari een dubbel zo succesvolle leesmaand als januari. Toch in aantal uitgelezen boeken, want in het derde boek dat ik deze maand uitlas, las ik een groot deel van de pagina’s in januari 🙂 .
Mario Vargas Llosa, Het ongrijpbare meisje
In dit boek vertelt Mario Vargas Llosa het verhaal van Ricardo, die op zijn vijftiende verliefd wordt op “het stoute meisje”. Wanneer ze op een gegeven moment verdwijnt, denkt hij haar voorgoed kwijt te zijn. Tot hij haar een aantal jaar toevallig opnieuw ontmoet. En opnieuw en opnieuw en opnieuw.
Dit was mijn eerste kennismaking met Vargas Llosa en het was niet meteen een heel overtuigende. Niet zodanig slecht dat ik nooit nog iets van hem wil lezen, maar ook niet goed genoeg om enkel op basis van dit boek te begrijpen waarom de mens ooit de Nobelprijs voor Literatuur won.
Bepaalde delen van het verhaal vond ik echt de moeite. Zo had de geschiedkundige achtergrond gerust nog wat uitgebreider gemogen en waren de verwijzingen naar de plaatsen waar Ricardo woont en naartoe reist heel fijn, vooral dan wanneer ik ze zelf herkende 🙂 (o.a. een belle époque-café waar ik in Wenen ontbeten heb). Ook sommige overpeinzingen van het hoofdpersonage – vooral dan die over zijn leven als expat – waren herkenbaar.
We hadden al eens tegen elkaar gezegd dat we nooit meer in ons eigen land zouden kunnen leven, omdat we ons daar, ik in Peru en hij in Turkije, beslist meer buitenlander zouden voelen dan in Frankrijk, ondanks het feit dat we ook hier vreemdelingen waren. Want we beseften maar al te goed dat we nooit volledig zouden integreren in het land dat we als onze woonplaats hadden gekozen en dat ons zelfs een paspoort had verstrekt.
Maar het liefdesverhaal zelf kon mij niet overtuigen. Als beschrijving van het eeuwige verlangen naar een onmogelijke liefde is het niet slecht gedaan, maar toch niet overtuigend genoeg. Dé reden waarom hij zo verliefd op haar is, haar maar niet kan loslaten, dat bleef voor mij onduidelijk. Dat het boek bovendien als erotisch omschreven wordt… tja, ’t zal misschien aan mij liggen dat een vrouw bevredigen terwijl ze zelf doodstil in bed ligt en niets doet, niet mijn idee van erotiek is…
Julian Barnes, The Sense of an Ending
Na een maandboek van de (online) Verbeelding boekenclub, las ik een maandboek van de (offline) Zürich book club. Ik kreeg het weliswaar niet op tijd uit, waardoor ik de bijeenkomst dan maar oversloeg.
But I’ve been turning over in my mind the question of nostalgia, and whether I suffer from it. I certainly don’t get soggy at the memory of some childhood knick-knack; nor do I want to deceive myself sentimentally about something that wasn’t even true at the time – love of the old school, and so on. But if nostalgia means the powerful recollection of strong emotions – and a regret that such feelings are no longer present in our lives – then I plead guilty.
Jammer, want ik had wel willen weten hoe andere mensen dit boek ervaren hebben. Zelf houd ik er namelijk een dubbel gevoel aan over: het basisidee van het verhaal, namelijk de betrouwbaarheid van herinneringen, vind ik absoluut de moeite én meer pagina’s waard dan dit toch wel vrij dunne boekje bevatte.
Wat herinneren we ons, wat vergeten we? Herinneren we ons zaken op de juiste manier of anders dan ze eigenlijk waren? Het zijn vragen waar ik zelf al meer dan eens over heb zitten denken en dus was het ook interessant er over te lezen.
How often do we tell our own life story? How often do we adjust, embellish, make sly cuts? And the longer life goes on, the fewer are those around to challenge our account, to remind us that our life is not our life, merely the story we have told about our life. Told to others, but – mainly – to ourselves.
Tegelijk vind ik het verhaal dat Barnes gebruikt om dit idee aan op te hangen veel te flauw en niet overtuigend genoeg. Een van de basispremisses van het boek was voor mij echt niet sterk genoeg om de rest van het verhaal overtuigend te maken. Al helemaal voor een boek waar Barnes de Man Booker Prize mee gewonnen heeft…
Yuval Noah Harari, Homo deus. A brief history of tomorrow
i
Dit boek hield mij een dikke maand bezig, wat deels te wijten is aan de dikte ervan (kloefer: check!) en deels aan de andere boeken die ik voorrang gaf (Het ongrijpbare meisje, omdat mijn ouders dat van de Belgische bib meebrachten naar de Vogezen en ik het daar onmiddellijk uitlas; The sense of an ending, omdat ik dat nog voor de bijeenkomst hoopte uit te lezen 🙂 ). Het lag dus zeker niet aan het boek zelf, want ook al is het onderwerp – kort samengevat: de toekomst van de mens – niet het makkelijkste, het is zeer toegankelijk geschreven.
Ook al gaat het boek over de toekomst van “onze soort”, er komt ook een heel deel verleden en heden aan bod. Zelf vond ik dat eigenlijk de meest interessante stukken (wat mij benieuwd maakt naar de “voorganger” van dit boek, Sapiens), maar het was desondanks leerrijk om opties te lezen over de toekomst van artificial intelligence en de rol die de mens nog kan spelen daarin. Vooral Hararis ideeën over religie en – nog meer – zijn argumenten om dieren beter te behandelen (wij hebben onszelf naar de bovenste trede van de ladder gemanoeuvreerd ten koste van, maar wat gaat er met ons gebeuren eens we zelf van die bovenste trede verdreven worden?) zijn er boenk op. Ook de stukken over de rol van informatie en hoe makkelijk we die vrijgeven zijn de moeite van het lezen waard.
In the past, censorship worked by blocking the flow of information. In the twenty-first century censorship works by flooding people with irrelevant information. We just don’t know what to pay attention to, and often spend our time investigating and debating side issues. In ancient times having power meant having access to data. Today having power means knowing what to ignore.
Een deel van zijn betoog werd mij iets te sci-fi, al is dat misschien deels omdat mijn kennis over AI vrij beperkt is (ik ga eens wat meer moeten luisteren wanneer vrienden daarover discussiëren 😉 ).
Adriaan van Dis, Ik kom terug
Februari was duidelijk een maand van nieuwe auteurs, want ook van Adriaan van Dis was dit het eerste boek dat ik las. Hij beschrijft in Ik kom terug de laatste maanden van zijn moeder, wanneer ze overeenkomen dat zij hem haar levensverhaal zal vertellen en hij haar helpt op een zachte manier te sterven.
Ik zal haar verlossen. Verlossen van verhalen, en als ik flink ben zal ik haar verlossen van het leven en haar hand vasthouden.
Tegelijk is het ook het verhaal van een toenadering tussen twee mensen, waarvan het logisch zou zijn dat ze verbonden zijn, maar die die verbondenheid nooit echt gevoeld hebben.
Hoe kan je nou loslaten terwijl het al zo moeilijk is om vast te houden? En hoe leer je “niets” te worden als je jezelf nooit wat vond?
Van Dis is namelijk de zoon van een rijke Nederlandse boerendochter, die het voor haar uitgestippelde pad verlaat om te eindigen met twee Indische mannen – wiens drie dochters respectievelijk “bastaardzoon” ze baart -, een hoop onverwerkt koloniaal en oorlogsleed en een minnaar. Het is een hard boek, boordevol scènes die even pijnlijk zijn als de woorden waarmee ze beschreven worden mooi zijn.
Er zit vaak niks anders op dan je gelukkig te liegen.
Ondanks dat alles leest het boek toch heel vlot. Omdat het ook humor bevat, omdat de zinnen mooi, maar niet moeilijk geschreven zijn.
Je karakter slijt niet als je ouder wordt, het kookt in, de kern komt boven. We worden allemaal een bouillonblokje van onze eigen soep.
Een boek over een kind van 60 dat nog steeds vruchteloos op zoek is naar erkenning van een moeder, die dat maar deels was. Vol liefde en haat, vol zachtheid en afkeer, zoals ook haar moeder-zijn was.
Mildheid is een leugen. Het is een manier om je woede te verbergen. Diep vanbinnen zijn we woedend om wat ons is afgenomen, onze dromen, een landschap, je minnaar, je dochters. De boosheid om dat verlies neemt alleen maar toe.
Bron afbeeldingen: Goodreads
5 reacties
-
Pingback: 8 van 2018: boeken – Le petit requin
Homo Sapiens wil ik lezen, Homo Deus spreekt me minder aan. Goed doorgelezen!
Ja, ik denk dat Homo Sapiens mij ook meer zal aanspreken! Op zich vind ik het hele AI-gebeuren wel fascinerend, maar geef mij toch maar eerder wat al gebeurd is dan wat nog kan gebeuren 🙂
Ik vind jouw review van ‘Ik kom terug’ zoveel beter dan het boek zelf. Hell, ik zou zelf nog gaan geloven dat ik het een goed boek vond, terwijl dat dus absoluut niet zo was 🙂 Met Vargas Llosa heb ik wisselende ervaringen. Ik dacht dat ik ‘Het ongrijpbare meisje’ nog niet had gelezen maar zie nu dat dat wel zo is; dat ik het niet herkende zegt wel genoeg zeker? Ik lees in mijn review dat ook ik de liefde van het hoofdpersonage niet begreep. En ik dacht er zo ongeveer hetzelfde van als jij bij de omschrijving ‘erotisch’: “Verder is het een ‘erotisch’ boek, maar ik vond aan de seksscènes nog minder aan dan bij 50 tinten grijs. Als er seks plaatsvond, moest Ricardo al het werk doen en lag “het stoute meisje” er als voor dood bij. Gezellig, hoor.”
Zijn ‘De oorlog van het einde van de wereld’ las ik enkele maanden geleden en dat is een BOEK zeg. Het duurt efkes voor ge erin geraakt, maar aan het einde snap je wel waarom hij de Nobelprijs won (al wist dat niet dat hij die gewonnnen had!).
Oh, merci!
Blij te lezen dat “De oorlog van het einde van de wereld” zoveel beter is; ik was sowieso niet van plan om nooit nog iets van hem te lezen, maar ’t is goed om weten welk boek te nemen als ik weer zo’n leeservaring wil vermijden.
En haha voor jouw beschrijving van het erotische aspect. “Gezellig, hoor”, dat vat het perfect samen! 😉