Gedicht: Liedje

Ik hou van haar. Veel te intens.
Het zal vanzelf wel minder worden.
Ze wordt wel weer zomaar een mens.
Het mens. Met afspraken. En orde.

De duizend en zoveelste zoen
komt wellicht ergens naast mijn oor.
We zullen het hebben over toen.
Dus nu. Daar is het heden voor.

ik vrees het strelen van haar handen
de dag dat ze met twee slechts zijn
en met hun duimen zullen draaien.
En de langdradigheid van pijn.

Ooit zit ik weer alleen aan zee.
In plaats van alle dagen feest
is eeuwigheid tien jaar geweest
en twee ja’s minder dan één nee.

(Herman de Coninck, Nagelaten gedichten)

8 reacties