Gelezen in september 2015
Met 8 boeken was september een succesvolle leesmaand, al ligt dat vooral aan het grote aantal graphic novels. Er kon er wel maar eentje dienen voor de Verbeelding book challenge, namelijk Stupeur et tremblements als boek dat zich in Azië afspeelt.
Dimitri Verhulst, Godverdomse dagen op een godverdomse bol
Verhulst wordt hier in huis vlotjes gelezen en dat was met dit boek niet anders: in Godverdomse dagen op een godverdomse bol vertelt hij op zijn geheel eigen wijze de geschiedenis van de mens. Het hoofdpersonage, de mens ofte ‘t, wordt gevolgd vanaf het moment dat hij uit water kruipt en wat dan volgt is één lange tirade tegen die mens, zijn gedragingen en uitvindingen, zijn geloof (God in al zijn vormen krijgt er serieus van langs). Dat levert veel grappige stukken, maar ook ronduit afgrijselijke op.
Sommige episodes zijn net iets minder sterk, wat jammer is, maar slechts een klein minpuntje voor een boek dat ik in zijn geheel zeer graag gelezen heb.
Leuk extraatje is het herkennen / raden van de geschiedkundige gebeurtenissen, aangezien die noch naam noch datum krijgen 😉
Wie in zijn eigen taal schrijft is een geitenlulletje van niks. God spreekt immers niet in de taal van het volk. […] Maar om zomaar tegen zijn eigen spiegelbeeld gewone boerenkosttaal te spreken is zijne perfectie uiteraard veel te verfijnd. Die wil kunnen jongleren met kostelijke Suffixen.
Craig Thompson, Habibi
Grafisch is dit boek echt fantastisch: hele mooie tekeningen, boordevol details en met een heel mooi gebruik van het Arabische alfabet. Echt de moeite!
Het verhaal over Dodola en Zam, twee slavenkinderen die ontsnappen en jaren overleven in de woestijn, start heel sterk; heel mooi ook hoe Thompson verhalen uit de Koran verweeft in het boek. Naarmate het boek vorderde, bleven die verhalen wel sterk, maar verloor het hoofdverhaal aan geloofwaardigheid, zeker op het einde.
Mooi, maar ik betwijfel of er – op het grafische na – veel van zal blijven hangen.
Tatiana de Rosnay, Sarah’s key
Sarah’s key was het eerste boek dat ik in september las voor de Ik lees Frans-maand en behalve dat het door een Franse schrijfster (in het Engels) geschreven is, vormt de stad Parijs de achtergrond voor een verhaal over een van de pijnpunten in de Franse geschiedenis: de razzia op de Vélodrome d’Hiver tijdens de tweede Wereldoorlog
Het verhaal wordt verteld vanuit twee standpunten; enerzijds het joodse jonge meisje Sarah, die in 1942 samen met haar familie gearresteerd wordt en anderzijds de Amerikaanse journaliste Julia die een artikel schrijft naar aanleiding van de 60-jarige herdenking. Het eerste deel is heel sterk en aangrijpend en beide verhaallijnen verweven mooi in elkaar. Ongeveer halverwege vloeien de beide verhalen in elkaar over, wat op een mooie en “spontane” manier gebeurt. En toch had dat wat mij betreft niet zo snel in het verhaal moeten gebeuren, aangezien je vanaf het middendeel de rest van Sarah’s verhaal vanuit het standpunt van Julia te weten komt. Op sommige punten werkt dat heel goed, omdat Julia die dingen door haar onderzoek te weten komt, maar soms gaat het over scènes die Julia zelf niet eens kent en die beter vanuit het standpunt van Sarah hadden kunnen verteld worden. Dat maakt het tweede deel minder sterk dan het eerste, maar al bij al vond ik het een heel aangename kennismaking met Tatiana de Rosnay en ben ik ook “blij” dat ik dit stukje geschiedenis heb leren kennen door haar boek.
No one looked at them. No one took care of them. They were rarely fed. They were so hungry, they nibbled dry grass, bits of straw. No one comforted them. The girl wondered: These policemen… didn’t they have families, too? Didn’t they have children? Children they went home to? How could they treat children this way? Were they told to do so, or did they act this way naturally? Were they in fact machines, not human beings? She looked closely at them. They seemed of flesh and bone. They were men. She couldn’t understand.
Willy Vandersteen, Suske en Wiske, Nr. 331: Sooi en Sientje
Suske en Wiske lezen, dat is altijd een beetje nostalgie en in het geval van dit nummer nog een beetje meer. De hoofdpersonages moeten immers hun eigen bestaan redden nadat Sooi en Sientje hun avonturen opeisen en ervoor zorgen dat Suske, Wiske en hun entourage minder populair worden en daardoor vervagen. Tijd dus voor een tripje naar hun eigen ontstaan, wat toelaat om veel, best wel leuk gevonden, verwijzingen te verwerken, o.a. te zien bij de tekenstijl waarin nieuwe helden Sooi en Sientje getekend zijn.
Verrassend of vernieuwend zijn deze strips nog zelden (op dat gebied was het slim gezien van de uitgeverij om met de volwassen versie Amoras te starten), maar voor af en toe zijn ze zeker nog leuk om te lezen.
Julie Maroh, Le bleu est une couleur chaude
De 15-jarige Clémentine en de blauwharige Emma zijn de hoofdpersonages van deze graphic novel over opgroeien, verliefd worden en worstelen met het leven.
De eerste pagina harkte er al meteen in en Maroh houdt dat niveau in het eerste deel zeker aan. In het tweede deel overhaast ze het hele verhaal echter: zo mooi en diep er op Clémentines puberjaren wordt ingegaan, zo oppervlakkig zijn haar latere jaren (waarom en wanneer gaat het mis?). Heel jammer, maar desondanks zeker de moeite. Grafisch vind ik het verhaal heel mooi uitgewerkt; de manier waarop de kleur blauw overheerst, verbeeldt bijvoorbeeld heel goed de steeds belangrijkere rol die Emma in Clémentines leven inneemt.
Mais peut-être était-ce stupide de se contenter de ce que chaque jour nous offrait sans chercher à aller plus loin ni à prendre de risques?
Gabriel García Márquez, Liefde in tijden van cholera
Toen ik dit boek uithad, schreef ik op Goodreads: “Ik ben verliefd. Verliefd op Marquez’ woorden”. Dit boek, het vierde dat ik van hem las, bevestigde namelijk wat ik eigenlijk al wel wist: Márquez is een tovenaar met woorden.
Hij was nog te jong om te weten dat het geheugen van het hart de slechte herinneringen elimineert en de goede opblaast en dat wij dankzij die kunstgreep erin slagen het verleden te verdragen.
We volgen over een periode van meer dan vijftig jaar de liefde tussen Florentino Ariza en Fermina Daza. Hij blijft haar en zijn liefde voor haar zijn hele leven trouw (ondanks al zijn overspel), zij kiest voor een verstandshuwelijk met een andere man. De manier waarop Márquez zijn tijd neemt om de personages uit te werken is fantastisch: het verhaal gaat langzaam vooruit, wat mij bij sommige boeken stoort, maar hier juist perfect is. Het maakt de personages menselijk: Florentino Ariza is bijvoorbeeld iemand waar ik vermoedelijk echt niet mee overweg zou kunnen, maar desondanks hoop en leef ik met hem mee. Een bepaald stuk in het boek deed mij overigens ook heel hard denken aan Herinnering aan mijn droeve hoeren; in die mate dat ik mij afvraag hoe lang Márquez overwogen heeft om dit verder uit te werken tot een op zichzelf staand verhaal (Liefde in tijden van cholera werd gepubliceerd in 1986; Herinnering aan mijn droeve hoeren 18 jaar later in 2004).
Hij was het, precies zoals ze hem altijd zag: de schaduw van iemand die ze nooit had leren kennen.
In zijn geheel een heerlijk boek over liefde, ouder worden en vasthouden aan iemand, een van de weinige boeken waarvan ik zéker ben dat ik het ooit ga herlezen van een van de weinige auteurs van wie ik al de boeken wil lezen.
Scott McCloud, The sculptor
Het vierde stripverhaal dat ik in september las, gaat over beeldhouwer David, die een deal sluit met de dood: in de nog 200 resterende dagen voor hij sterft kan hij alles scheppen wat hij wil. Alleen ontmoet hij in die periode ook Meg, de liefde van zijn leven…
De relativiteit van het leven, de drang van een mens om ook na dat leven nog iets achter te laten, het zijn thema’s waar iedereen op een gegeven moment in zijn leven vermoedelijk wel over nadenkt (of mee worstelt). Een sterk uitgangspunt dus, maar voor mij niet helemaal overtuigend uitgewerkt. Vooral het vrouwelijk hoofdpersonage vond ik te oppervlakkig. Ja, je ziet wel dat ze zelf ook bepaalde problemen heeft, maar tegelijk is ze voor David een soort icoon, een geïdealiseerde liefde, wat ik niet helemaal kon inpassen.
Mooi, maar niet zo sterk als ik op voorhand verwacht en gehoopt had.
Amélie Nothomb, Stupeur et tremblements
Dit is het enige boek dat ik tot nu toe las van Amélie Nothomb (en het was dan nog een herlezing ook) en daar moet ik dringend eens verandering in brengen. Deze Stupeur et tremblements is immers een heel geslaagde schets van het jaar dat ze bij een Japanse firma werkte. De manier waarop ze de botsing van haar westerse, ambitieuze “ik laat zien wat ik kan”-mentaliteit met de Japanse, onderdanige manier van doen beschrijft, is grappig en pijnlijk tegelijk. Een mens kan alleen maar hopen dat het in het echt niet zo erg was, want no way dat ik zou overleven daar; ik vind mijn Zwitserse werkomgeving en de aanpassingen die dat vraagt al uitdagend genoeg!
L’honneur consiste le plus souvent à être idiot. Et ne vaut-il pas mieux se conduire comme une imbécile que se déshonorer? Encore aujourd’hui, je rougis d’avoir préféré l’intelligence à la décence.
Bron afbeeldingen: Goodreads
Oh, idem hier, dat Marquez een van de weinige auteurs is van wie ik al de boeken wil lezen! Ik wil ook graag nog wat meer Amélie Nothomb lezen, want Stupeur et tremblement vond ik ook heel erg goed.
Heb jij eigenlijk al Honderd jaar eenzaamheid van hem gelezen? Daar ben ik heel benieuwd naar. En we zijn binnenkort een paar dagen in België; ik ga mij moeten inhouden om de Marquez-boeken niet te plunderen, vrees ik 😉
De eerste drie stonden al op mijn lijstje, de andere voeg ik nu toe :-).
Ik ben heel erg benieuwd naar ‘mijn’ eerste Marquez-boek. En dat boekje van Amélie, dat hier in de kast ligt, moet ik precies toch eens herlezen…
Hoe lang is het geleden dat je Stupeur et tremblements las? Want ik weet dat ik het in het middelbaar eerst ook maar niets vond; was pas halverwege het boek dat ik het plezant begon te vinden. En nu was het gewoon direct van in het begin goed, dus misschien is het inderdaad wel een herkansing waard 🙂
Inderdaad, in het middelbaar… Misschien moet ik het inderdaad nog een kans geven dan!
Knarsetandend moet ik constateren dat Verhulst en Marquez hier nog ongelezen in de boekenkast staan (juist die boeken die je hier zo mooi besprak). Zelfde geldt voor de Rosnay (wel al in begonnen). De laatste tijd lees ik iets te veel in functie van recensies… Sad but true. Hopelijk komt daar met de herfstvakantie wat verandering in.
Wat ik zeker nog kan aanraden van Nothomb is Antéchrista, Acide sulfurique, Ni d’Evè ni d’Adam…
Bonne lecture!
Hmm ja, boeken recenseren klinkt op zich wel leuk, maar ik denk dat ik het heel snel beu zou worden dat ik zelf niet meer mag kiezen wat ik lees. Nu ja, zolang het leuke en interessante boeken zijn die je moet recenseren, valt dat waarschijnlijk nog wel mee.
En merci voor de Nothomb-tips; ben benieuwd!
Ik geraakte niet door Godverdomse dagen. Het stukje dat je daar aanhaalt, ik heb al geen flauw idee waar het over gaat 🙂 Misschien ken(de) ik te weinig van geschiedenis om de verwijzingen te snappen en dus het hele boekje te kunnen volgen. Het staat nog ergens in de kast, tenzij ik het intussen toch al in de hoop voor de kringwinkel heb gedropt.
Amélie Nothomb is één van die schrijfsters van wie ik bijna alles heb gelezen… of beter had want ben haar de laatste jaren wat uit het oog verloren; haar laatste boeken zijn lang niet meer zo sterk.
Mja, Godverdomse dagen is ook wel heel anders dan De helaasheid der dingen of De laatste liefde van mijn moeder natuurlijk. ’t Is eigenlijk meer pamfletachtig dan echt “leesboek”, dus kan mij wel inbeelden dat je daar dan moeilijk in geraakt.
Liefde in tijden van cholera vond ik ook een heel mooi boek, het enige van Marquez dat ik tot nu toe gelezen heb. Misschien toch eens een tweede van hem proberen.
De beeldhouwer heb ik ook gelezen, in het Nederlands wel. Het was m’n eerste graphic novel tot nu toe en het smaakt wel naar meer.
Godverdomse dagen … zou dan weer helemaal niks voor mij zijn 🙂
Ja, Godverdomse dagen is denk ik heel erg zo’n boek dat je ofwel heel graag leest, ofwel echt niets vind 🙂
Graphic novels zijn vaak heel erg de moeite vind ik, zeker nog verder uitproberen dus 🙂 Persepolis van Marjane Satrapi is bijvoorbeeld heel mooi!