Vier stoelen
Daar stonden ze, op de stoeprand: vier stoelen. Klaar om meegenomen te worden door een nieuwe eigenaar. Het waren mijn stoelen, de eerste stoelen die ik helemaal alleen kocht.
Ik kocht ze in december 2017, vlak nadat ik naar het appartement verhuisde, waar ik tot augustus het jaar erna alleen zou wonen. Mijn eerste echte appartement, helemaal alleen van mij. Dat voelde toen, na vijf maand wonen op plaatsen waar ik mij maar half thuisvoelde, als een gigantische opluchting. Die stoelen voelden als een opluchting. Toen Johan onze relatie verbrak, nam hij mij immers niet enkel die relatie af, maar ook mijn thuis. Het appartement waar we toen woonden, was fantastisch, maar veel te duur voor mij om alleen te kunnen betalen; iets wat hij met zijn loon wel kon. Dat ik moest verhuizen, dat was niet leuk, maar wel logisch. Wat veel meer pijn deed dan dat appartement verliezen – een plek die sowieso teveel pijn deed om te blijven -, was dat hij toen besloot om mij geen enkel meubel te laten meenemen. Want hij had ze betaald, ze waren gekocht met zijn geld, in periodes waarin ik werkloos was, omdat ik hier geen werk vond of omdat ik een depressie had. Puur theoretisch waren het dus effectief zijn meubels. Want ja, ze waren betaald met zijn geld. Dat hij, op de momenten waarop we ze kochten, telkens zei dat ik mij geen zorgen over prijs of dergelijke moest maken, want “het is allemaal van ons, mijn loon is ons loon”, maakte echter wel dat zijn keuze heel oneerlijk aanvoelde. Ik voelde mij verraden, want het vertrouwen dat ik had gehad in hem, in zijn woorden, werd – voor de zoveelste keer in die periode – beschaamd op een manier die ik nooit had gedacht dat hij in zich had. Niet dat hij mij helemaal niets gunde, want hij stortte als compensatie wel wat geld om een paar meubels te kunnen kopen.
Ik was toen, vlak na de breuk, te verdoofd om er tegen te vechten, tegen wat zo onterecht aanvoelde. Praktisch zag ik ook niet hoe ik ook maar iets, zelfs die paar dingen die we wel met geld van ons beiden kochten, zoals de kleerkast, moest meenemen. Ik vond immers een kamertje, thuis bij een vrouw, maar dat was al bemeubeld. Dat was fijn, want zo had ik tenminste ook een bed om in te slapen, maar liet amper ruimte voor eigen inbreng. En vooral, ik was te moe om nog veel te vechten. Ik had op dat moment al twee maand gevochten voor onze relatie om te moeten horen dat het allemaal voor niets geweest was en het was op. Dat geld voelde niet als wat ik verdiende, maar het was beter dan helemaal niets en het volstond op dat moment. Afstand nemen van hem, wegvluchten, dat was waar ik op dat moment nood aan had. Maar dat neemt niet weg dat plots, op je 30e, op straat komen te staan zonder zelfs maar een stoel om op te zitten, zonder zelfs maar een eigen bed om in te slapen, er gigantisch op inhakte. Dat had ik op het moment zelf niet door, maar besefte ik pas later.
Toen ik na vijf maanden – drie bij die vrouw, twee bij een koppel – een eigen appartement huurde, was dat naast de opluchting dat ik een eigen plek had, ook een overwinning. Want kijk, ik stond er toch nog maar. Alleen, in Zwitserland, ondanks een stresserende job en een harde relatiebreuk. Vlak nadat ik verhuisde, was er enkel de letterkast die ik mijzelf gegund had als dure aankoop, een matras, die mijn broer uit België meebracht, en een versleten tuintafel, die ik kreeg van een buur in mijn nieuwe gebouw. Ik legde een dekentje over de tafel om ze op te fleuren, trok naar de Brocki (tweedehandswinkel) en kocht er vier stoelen. Mijn vier stoelen.
Ik koos beetje bij beetje zorgvuldig de meubels uit die ik wilde kopen: een mix van nieuwe stuks die ik doodgraag wilde en – evenzeer uit budgettaire als ecologische redenen – tweedehandsjes en zelfmaken/laten maken. Elk van die meubels voelde als een stapje vooruit, als een extra overwinning. Want kijk, zag mij niet eens enkel overeind blijven, maar ook een mooie, gezellige thuis voor mijzelf maken.
Toen we elkaar terug vonden, ging dat moeizaam. Omdat er heel veel vertrouwen beschaamd was. Toen we spraken over terug samenwonen, deden we dat met duidelijke afspraken, die we al veel langer hadden moeten maken, maar die ik vanuit een soort naïeve “wij gaan elkaar nooit pijn doen” steeds negeerde. Toen we effectief terug gingen samenwonen, verhuisden mijn vier stoelen naar de zolder, want de mooie stoelen, die wij indertijd met zijn geld kochten, waren terug. Het heeft een hele tijd geduurd voor mijn hoofd gestopt is met ons appartement op te delen in “zijn” spullen en “mijn” spullen. Ook al zei hij dat ik daar geen schrik meer voor moest hebben en begreep ik zijn uitleg. Begreep ik dat hij uit zelfbescherming gehandeld had na twee eerdere zware breuken, dat hij de emotionele impact op mij van geen huis of meubels meer te hebben onderschat had en dacht dat die som volstond, terwijl het natuurlijk om veel meer dan enkel geld ging. Hij zei dat niet alleen, maar zette die uitspraken ook om in daden. En toch, mijn hoofd had het ongelooflijk moeilijk om die woorden en zelfs die daden te vertrouwen. Om te geloven dat het kon, dat het dit keer wel waar was. Bij zware ruzies, waarin de kwaadheid en het verdriet terug boven komen, was een van de dingen die mij rust konden brengen, nadenken over hoe ik ons appartemement zou inrichten, wanneer ik enkel “mijn” meubels zou hebben. Dat gaf rust, dat gaf mij het gevoel dat wat er ook gebeurde, ik sowieso wel weer een thuis voor mijzelf kon maken.
Dat zorgde er ook voor dat die stoelen, die nutteloos op zolder stonden, daar ook bleven staan. Want telkens ik ze zag, dacht mijn rationele kant “ach kom, zet die buiten of breng ze naar de Brocki, je hebt die niet meer nodig”. Mijn emotionele kant reageerde met een samengeknepen gevoel in mijn maag, met paniek dat ik opnieuw geen stoel meer zou hebben om op te zitten gesteld dat. En dus bleven ze daar staan, meer dan anderhalf jaar lang. Tot een paar weken geleden, toen ik merkte dat ik geen paniek meer voelde. Dat het terug vier gewone stoelen geworden waren in plaats van de houtgeworden symbolen van mijn onafhankelijkheid, van mijn zelfstandigheid.
En dus zette ik ze, naar Zwitserse gewoonte, op straat, met een bordje “gratis” erbij. Even, toen ze daar stonden, sloeg de paniek weer toe. Ik ben naar een van onze stoelen gegaan, ben er op gaan zitten en voelde de paniek wegebben. Want ik heb stoelen om op te zitten. En zelfs als die ooit zouden verdwijnen, dan ben ik zelfstandig genoeg om er nieuwe te kunnen kopen. Het is zwaar soms, hoe moeilijk, hoe traag het gaat, opnieuw vertrouwen. Hoe dat in veel kleinere stapjes gaat dan ik ooit gedacht had. Hoe ik als in een processie van Echternach een paar stapjes vooruit zet om dan struikelend weer achterop te raken.
Maar het komt, dat vertrouwen, dat wel. In kleine stapjes. En soms bestaat zo’n stapje uit vier stoelen. Op de stoeprand, met een bordje gratis erbij.
<3
Wij hebben dat ook gedaan, lang geleden. Relatie, breuk, en opnieuw samen. Ik herken wel wat in je relaas. Een lastig en langdurig maar mooi proces, hoe dat vertrouwen terug groeit.
Goh, dat wist ik niet dat jullie ook zo’n periode doorgemaakt hebben. Wel fijn om te weten dat jullie nu, zoveel jaar later, wel nog steeds gelukkig opnieuw samen zijn! Speelt dat nu soms nog een rol (dat dat bovenkomt in een ruzie of dergelijke) of is dat echt wel helemaal “weg”? (moet je niet op antwoorden hoor, want dit is wel heel persoonlijk natuurlijk. Maar ben er, vanuit het “stadium” waar wij inzitten, wel benieuwd naar als je er op zou willen antwoorden).
Wat een mooi (en authentiek) verhaal, die stoelen staan voor veel symbool maar het is wel fijn dat je de tijd ervoor nam om ze pas weg te gaan doen als je je er echt klaar voor voelde.
Wow. Wat een prachtig verhaal heb je ervan gemaakt, wat mooi dat je eraan toe was om ze buiten te zetten.
Wat een mooi en sterk verhaal. Ik ben ook ooit mijn thuis kwijt geraakt door een relatiebreuk, gelukkig kon ik wel veel meenemen van wat er in die thuis stond. Maar het heeft me wel een extra duwtje gegeven om nu voor een eigen huis te gaan zodat ik niet zomaar meer kan worden buiten gegooid.
Ja, dat snap ik! Voor dat dit gebeurd was, stond ik daar niet zoveel bij stil. Nu misschien nog iets te veel, maar zorgen voor jezelf door te zorgen dat je een eigen dak boven je hoofd hebt of snel kan hebben, is eigenlijk gewoon heel gezond.
Zo eerlijk en mooi verteld.
Het is best een mooie eigenschap om ergens onbezonnen, met veel vertrouwen en misschien zelfs wat naïef in te stappen. Maar ik bewonder je er nog meer om dat je toelaat dat die gave zich op vrije korte termijn weer herstelt en dat na wat je meegemaakt hebt (voor jou lijkt het misschien langzaam en stapsgewijs te verlopen, maar ik vind dat niet).
Blijf wie je bent.
Wat een lieve reactie, Sarah, bedankt! Ik reageer er weliswaar nu pas op (de voorbije weken waren wat hectisch), maar ik heb ze al een paar keer herlezen, omdat ze zoveel deugd doet!
Niet fijn om mee te maken maar wel heel mooi omschreven. Zo blij voor jou, voor jullie, dat die stoelen nu terug gewoon stoelen zijn.
Zo mooi beschreven. Ik vind het knap dat je dat nu al kan. Ik vind het best een grote stap. Toen wij gingen samenwonen trok ik vanuit mijn appartementje bij hem in in zijn huis. Wij hadden daardoor veel dingen dubbel. Het was ook duidelijk dat ik diegene zou zijn die bij een relatiebreuk zou moeten verhuizen. Die dubbele spullen, die zijn echt lang gebleven. Omdat ik het geruststellend vond dat in het geval dat het zou mislopen ik op zijn minst een paar meubels en wat huisraad zou hebben, die ‘van mij’ waren.
Merci Greet! Ik kreeg kort voor ik dit bericht schreef van mijn psy te horen dat ik “er toch wel lang over deed”, wat ik vooral heel onfair vond, maar mij ook wel deed twijfelen aan mijzelf. Het deed dus heel veel deugd om te lezen dat jij, zelfs zonder dat er problemen geweest zijn tussen jullie, ook vasthield aan “jouw” spullen.
Zo, dat was pittig allemaal. En is het echt al weer zo lang geleden? ik herinner me nog dat je erover schreef. Fijn dat jullie samen de weg terug gevonden hebben. Al snap ik dat die vier stoelen wegdoen een flinke stap was. Maar ook een stap vol vertrouwen.
Ja, raar he, dat dat toch al weer drie jaar geleden is. Soms voelt het weliswaar nog veel langer geleden aan (goede dagen), soms alsof het nog maar net gebeurd is (slechte dagen). Jij was toen een van de mensen die hier, toen het langer stil bleef, nog eens kwam vragen hoe het ging, dat herinner ik mij ook nog, hoeveel deugd dat toen deed!
Recht naar het hart, dit.
Heel herkenbaar ook, dat opdelen van het huis in ‘mijn’ en ‘zijn’. Ik weet niet eens of ik dat ooit niét gedaan heb, of ooit echt zal kunnen.
Goh, dat is lastig om te lezen. Omdat het mij enerzijds deugd doet “dat ik toch niet zo abnormaal ben” (als zelfs de psy zegt dat “je er nu toch wel wat lang over doet”, dan begint een mens al eens te twijfelen…), maar ik het anderzijds ook wel heel jammer vind voor jou, dat gevoel dat je niet weet of je dat ooit gaat kunnen. Niet dat dat hoeft, maar het maakt dingen wel makkelijker, denk ik.
Wat mooi verteld en hoe sterk dat je het hier kunt neerschrijven. Zo blij voor je dat je op dit punt bent gekomen. Sterk!
Dat moet een zware periode geweest zijn die zijn sporen nalaat. En je vertrouwen terug winnen is zeker niet makkelijk. Chapeau dat je het kan!
Merci Sofie! We zijn er nog niet, want er zijn nog gebieden waarop het moeilijk blijft, maar elk stapje vooruit doet deugd.
Ontroerend mooi!
klinkt allemaal heftig. ik kan perfect snappen hoe symbolisch die stoelen zijn en wel knap dat je ze nu hebt kunnen laten gaan.
Wij hebben over ons huwelijkscontract gediscussieerd want ik leerde Jan kennen toen hij al eenhuis gekocht had en dat gaf me ook een heel onveilig onevenwichtig gevoel. …huwelijkscontract dus waar we elk zaken inbrachten en regels van ratio’s afspraken , discussies. Nu moet ik zeggen dat we veel losser geworden zijn in wie betaalt wat. Dat ik nu wellicht bepaalde ratio’s niet meer zo eerlijk vind, maar ja, die staan vast.
Ik heb toen ook bewust, heel erg bewust, een paar duizend euro apart op een rekening gezet bij een bank waar we anders geen zaken doen. Da’s voor als het ooit mis zou gaan, heel erg mis, om een waarborg voor huur , een ikea bed, tafel en stoel te kunnen kopen. Ik kan me niet voorstellen dat het ooit zo erg is, maar ‘k ken wel nog koppels die het zich nooit konden voorstellen en waar opeens de een niet meer aan de rekeningen kon enz. Dus ooit heb ik die rationele keuzes gemaakt, wat heel bizar is net voor je gaat trouwen.
Ik vind dat eigenlijk net wel heel mooi, al klinkt dat rationele inderdaad niet zo romantisch. Maar dat je temidden van kiezen voor elkaar jezelf niet uit het oog verliest, vind ik – zeker na die periode (eerlijk is eerlijk: ervoor zou ik waarschijnlijk vol voor het romantische gegaan zijn) – net heel gezond en mooi.
Bij ons was/is er ook zo’n financieel een onevenwicht, omdat hij in Brussel een eigendom heeft en veel meer verdient. Toen we net naar hier verhuisd waren, had ik dan ook nog eens geen job, waardoor het evenwicht al helemaal zoek was. Ik ging daar toen ook helemaal niet zo gezond mee om, door mijzelf dingen te ontzeggen “want het is zijn geld”, waardoor ik het mijzelf lastiger maakte dan nodig (vb. geen geld willen geven aan een cursus, maar daardoor ook de kans op een beetje sociaal leven missen). Ook al hebben we daar nu al veel duidelijkere afspraken over en heb ik ook zo’n potje apart als zekerheid, dat blijft soms lastig om mee om te gaan. Al kan ik mij tegelijk ook wel inbeelden dat je sommige afspraken na jaren misschien toch liever weer anders gezien had.
Dat is hard, verdomme. Maar zo mooi en eerlijk verteld <3 Ik heb het geluk gehad altijd mijn eigen plekje te huren, en mijn eigen meubels te kopen. Tot we samen een appartement kochten, toen hebben we ook samen de meubels gekocht. Voor te lachen zeggen we wel eens: "eigenlijk is het huis meer van mij dan van u, want ik verdien meer dan u", maar ik hoop dat hij geen poot heeft om op te staan als we ooit scheiden, want er is geen contract 😉 Veel meubels zou ik alleszins niet kunnen meenemen, want vele kregen we (al dan niet tweedehands) van zijn familie…
Mooi hoe je dit beschrijft. Je hebt groot gelijk om voorzichtig te zijn, maar ook fijn dat je het nu los kan laten.