Week 2014/35
Aangezien ons appartement in Brussel vanaf volgende week verhuurd wordt en ik toch in België moest zijn tot dinsdag, was maandag het moment om eens te gaan opkuisen. Omdat we hadden afgesproken dat de huurders al wat spullen konden komen afzetten, kwam ik binnen in ons appartement met al een deel van hun meubels. En dat deed dus raar. Ja, tuurlijk is het het beste dat het appartement verhuurd is, ’t zou nogal onnozel zijn om een leeg appartement te hebben, laat staan slecht voor het onderhoud, verspilling van ruimte… Bovendien, wie weet wanneer komen we terug uit Zwitserland en wie weet gaan we dan wel ergens anders wonen. Dus ja, argumenten genoeg en ik zal er ook wel aan wennen, maar desondanks, raar jong!
Dinsdag moest ik naar het UZ voor een controle van mijn nieren na mijn nieronsteking/ziekenhuisverblijf van april. Probleem was dat ik kort voor de consultatie ongelooflijk dringend naar toilet moest en niet wist hoe lang ik nog zou moeten wachten. Toch maar al gegaan dus, met het idee dat ik wel weer zou kunnen gaan tegen dat ik in een of ander toestel zou moeten gaan plassen, dat dan mijn plasdebiet zou weergeven (jup, blijkbaar worden zo’n zaken gemeten). Jah, niet met de verpleegster die ik kreeg dus: toen ze hoorde dat ik nog maar pas was gegaan, legde ze mij meteen aan een monitor om mijn blaasinhoud te checken. Verdict: er zit te weinig in (ja duh) en ik zou het komende uur zéker niet terug moeten gaan. Ik stelde dus voor om maar al meteen veel te drinken, maar dat wilde ze niet (zo wordt het natuurlijk moeilijk). Uiteindelijk werd die test dan maar niet gedaan en kreeg ik de meest belachelijke consultatie ooit:
Dokter: “Heb je nog pijn aan je nieren?”
Ik: “Neen.”
Dokter: “Kan je goed plassen, zonder pijn en regelmatig?”
Ik: “Ja.”
Dokter: “Drink je genoeg?”.
Ik: “Ja, minstens 2 liter water per dag.”
Dokter: “Ok, dan is alles in orde.”
Serieus jongens, moet ik daarvoor langer in België blijven en een treinticket van meer dan 100 euro betalen, omdat Johan en ik apart terug moesten keren?
Ter info: ik ben over het algemeen zeer content van mijn consultatie in het UZ (dermatoloog, gynaecoloog…), dus mij hoor je niet klagen over het ziekenhuis zelf. En ja, ’t was ook wel deels mijn eigen fout door toch naar het toilet te gaan (maar dan anderzijds, het was zo ongeveer dat of in mijn broek, aangezien ik mij al lang aan het inhouden was). Ze hadden misschien gewoon op zijn minst iets kunnen checken, eens op mijn nieren kloppen ofzo, weet ik veel, gewoon mij het gevoel geven dat het de moeite was om op onderzoek te gaan 😉
Ik was dus sneller dan verwacht terug buiten en ging dan maar al op weg naar het appartement, waar ik had afgesproken met T., een van beide huurders (degene die we kennen via de duikclub) voor de overdracht van de rest van de sleutels, de huurovereenkomst en alle paperassen die daar nog bij komen. Normaal een ritje van een half uur, maar dat was buiten de stortbuien geregend. Aaargh, Brussel en zijn tunnels en bruggen: 55 minuten heeft mijn bus stilgestaan omdat een ondergelopen tunneltje alles versperde. Chance dat ik genoeg leesvoer meehad om een eventuele lange wachttijd in het ziekenhuis te overbruggen. En ja, uiteraard moest ik lang voor ik thuis was, weeral naar het toilet…
Woensdag ging ik terug naar Zwitserland, dit keer met de trein. Normaal is het vliegtuig naar Basel stukken goedkoper, maar doordat ik zo laat boekte, waren trein en vliegtuig even duur en dan weegt het milieuvriendelijke aspect meer door dan de tijd onderweg (zegt zij die nog geen job heeft en dus ook de tijd om een ganse dag op de trein te zitten).
En ja, ik weet het, waarom niet altijd het meest milieuvriendelijke kiezen? Ik probeer dat zoveel mogelijk te doen, maar 120 euro en 10u met de trein versus 25 euro en 3 à 4u met het vliegtuig (enkel); wel, mijn bankrekening (die op dit moment vooral leger wordt, ah ja, er is nog geen job) heeft dan jammer genoeg ook wel wat te zeggen.
Soit, het gigantische voordeel van zoveel uren op de trein, is dat er wel veel gelezen kan worden. En aangezien ik er gisteren van had geprofiteerd om nog eens langs te gaan bij Passa Porta, had ik nog wat nieuw leesvoer mee (ik mis dat eigenlijk wel hier, een goede boekhandel waar niet quasi alle boeken Duitstalig zijn). Twee tijdschriften, twee boeken (Waarom je moeder en ik bijna altijd een kamerjas dragen en La grammaire est une chanson douce), wat slapen, wat lezen, wat eten, jawel zo gaan 11u wel voorbij. Wie opgelet heeft, denkt nu misschien “Hoezo 11u, was het geen 10u?” Jawel, maar 40min vertraging door werken rond Namen en Luxemburg werden gecombineerd met de beslissing ons nog 20min te laten wachten in Strasbourg om een volgende trein te kunnen schrappen.
Donderdagavond waren we door Johan zijn werk uitgenodigd in de Villa Bodmer (ja, hetzelfde van deze tekst met beroepsmisvorming) voor een etentje voor een aantal nieuwelingen die recent bij het bedrijf gestart waren. En jawadde, ze weten daar wat goed eten is: een amuse-bouche, een voorgerechtje, nog een voorgerechtje, een hoofdgerecht, wat kazen, een dessert, koffie met pralines van lekkere Zwitserse chocolade (maar de Belgische blijft sowieso veel beter uiteraard, ik heb niet voor niks twee pakken op de trein meegesleurd naar hier 😉 ).
Naast het lekkere eten was gelukkig ook het gezelschap plezant en er werd zelfs al afgesproken om zaterdag samen te gaan fietsen richting Rheinfall, de grootste waterval van Europa (groot in de zin van breed, niet van hoog). En eentje van hen heeft mij gevraagd om haar Franse les te geven! Ter info: ik droom al tijden van het geven van Franse les, maar laten we zeggen dat de combinatie restauratie en Franse les niet echt veel beroepsmogelijkheden geeft 😉 . Hoewel ik zin had om vooral heel hard jaaaa te gaan roepen, heb ik toch maar braafjes gezegd dat ik eerst ga zien wat voor job ik vind en of ik er dan wel de tijd voor ga hebben i.p.v. nu een engagement aan te gaan dat – eens ik een job heb – misschien helemaal niet meer haalbaar is.
Newsbreak: Haaike leert om niet zomaar ja te zeggen op alles wat plezant is, maar eerst even na te denken!
Vrijdag deed ik opnieuw mee aan de German study group, die dit keer ging over de passieve vormen. Ik was beter voorbereid, er waren ook twee Duitse moedertaalsprekers en dat maakte het een pak beter en leerrijker dan de vorige keer!
Zaterdag gingen we dus normaalgezien fietsen, maar door het slechte weer werd die tocht gecanceld. Omdat er tegen de middag uiteindelijk wel mooi weer gegeven werd, gingen Johan en ik toch naar de Rheinfall, maar dan wel met de moto. De waterval zelf is zeker de moeite, maar het is daar wel enorm toeristisch en dat is toch wat jammer natuurlijk. Je moet ook ingang betalen als je er vlakbij wilt, al valt de prijs met 4 euro best wel mee naar Zwitserse normen. In die prijs zit ook een ritje met een glazen lift en een bezoek aan het Rheinfallmuseum inbegrepen. Dat museum is overigens hi-la-risch, zo slecht. Of hebben jullie al veel musea bezocht, waar de ogen uit kopieën van (historische) schilderijen geknipt zijn? En waar die ogen vervolgens beginnen bewegen, terwijl de schilderijen zogezegd samen een liedje zingen? Ik nu dus wel.
Hoewel de waterval zelf mooi is, wordt hij omringd door lelijke gebouwen en dat is het enige echt jammere aan de waterval (die toeristen zijn nog te negeren en tot slot ben je er zelf ook een). Plezant misschien voor de bewoners van die appartementsgebouwen dat ze een mooi uitzicht hebben, maar ruimtelijke planninggewijs niet meteen de beste beslissing ooit.
In het kader van “leer eens wat beter met uw toestel werken”, probeerden we eens de manuele stand uit om te kunnen spelen met de sluitertijd en het diafragma. Naast de hoop overbelichte of onscherpe foto’s, zaten er wel een aantal gelukte tussen. Zoals bijvoorbeeld hier: de eerste getrokken op P, de tweede op M geeft dan respectievelijk een beeld waar het water quasi lijkt stil te staan en een foto waar je het water bijna ziet stromen. Ik ga alleszins mijn handleiding (die denk ik zelfs nog gewoon in het plastiekje zit, oeps) eens bovenhalen, want dit was toch al eens een leuke test 🙂
En zondag, tja, daar valt niet veel over te zeggen: regen, regen, regen.
Haha, typisch, die Zwitsers toch, zo alles volbouwen. Dat gaat er in dit geval echt wel over eigenlijk.
Die Passa Porta, ik heb daar nog al van gehoord, moet ik precies ook eens langs als ik nog eens naar Brussel ga!
Ja, daar hebben ze hier wel wat van weg; aan het meer van Zürich kan je ook nergens kijken zonder te huizen te zien. Maar ik kan het hen wel vergeven: ze hebben nu eenmaal een land waar ongeveer de helft van de oppervlakte niet te bebouwen is, dus moet het wel geconcentreerd worden in de andere delen.