Week 2014/44
Deze week deed ik nog eens een poging om bloed te geven. Herinnert u zich nog die keer begin oktober, toen ik twee dagen na elkaar naar huis werd gestuurd? Dit keer was ik én op tijd én lang genoeg terug uit Egypte. Het zag er dus goed uit, ik lag ook al klaar in de stoel om bloed te geven… en toen zag de verpleegster dit belachelijke wondje aan mijn vinger en had ik een te groot risico op geïnfecteerd bloed! Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik maak mij alleszins geen zorgen over een eventuele bloedtransfusie in Zwitserland. Zuiverder dan hier ga je het niet vinden denk ik!
Ik droop dus maar weer af naar huis, maar ze mogen er ginder zeker van zijn: ik blijf gaan tot ik bloed mag geven. Jups, ze hebben de koppigaard in mij wakker gemaakt 🙂
Tijdschriften lezen is in principe altijd ontspannend (toch het type dat ik lees), maar dit keer kreeg ik er bijna de slappe lach van. Want 660 calorieën verbruiken op een uur zwemmen is één ding, maar 20 km/u zwemmen (ofte dus 800 baantjes in een 25m bad), chapeau! 20 min/km lijkt mij een iets realistischere inschatting, tenzij ze Jerommeke als maatstaf nemen natuurlijk 😉
Wij doen tegenwoordig aan import en export van chocolade, zo blijkt. Vandaag ging ik Zwitserse chocolade halen als cadeautje voor de familie in België en zondag zullen we ongetwijfeld terugkomen met wat Belgische chocolade voor Johan zijn collega’s. En ook een beetje voor ons ja, zo zwak zijn we dan ook weer wel.
Vrijdag was een druk dagje in België: ’s ochtends al vertrokken naar Brussel voor wat administratief geregel (Johan) en wat aankopen (ik). Daarna ging ik langs bij mijn ex-collega’s, terwijl Johan zijn zus (en dus zijn petekind) ging bezoeken. In de namiddag vertrokken we richting mijn grootmoeder (ik) en de verzekeringsagent (Johan).
Onderweg kwamen we dit getuned ding tegen, waarbij ik mij toch echt afvraag of die chauffeur zichzelf nu stoerder vindt. Want een rijbewijs halen, how jong, maar een auto pimpen, dát getuigt natuurlijk van echte kennis van het verkeer (en ja, ik heb iets tegen de “ik wil een auto, maar ben te tam om een autorijbewijs te halen”-mentaliteit).
Zaterdag begon en eindigde ontspannen: eerst een fietstocht met als hoogtepunten de Muur en de Bosberg onder een – zeker voor 1 november fantastisch – zonnetje en daarna leuk gezelschap en lekker eten bij Johan zijn moeder.
Zondagochtend startte ik met een looptochtje, waarna de voormiddag gevuld werd met de auto kuisen, Wordstijlen uitleggen en de koffer volladen met alle spullen die nog bij mijn ouders stonden. Bij de verhuis begin juli waren we een beetje vergeten dat er in onze kelder ook nog spullen stonden. Die waren dus blijven staan, maar verhuisden eind augustus wel van de kelder van het appartement naar de zolder van mijn ouders, kwestie dat onze huurders een lege kelder hadden. Nu was het er dus eindelijk van gekomen om alles mee te nemen naar huis. Jeeej, nog meer spullen om op te ruimen en uit te kuisen 😉
Alsof het de vorige keer overigens nog niet spannend genoeg was om thuis te komen met nog “0 resterende kilometers” in de tank, deden we dit keer nog beter: we tankten nog bij het vertrek bij mijn ouders om tot in Luxemburg te geraken, maar blijkbaar hebben we ons misrekend (ik weet het, hoe moeilijk kan zo’n rekensom zo zijn), want zo’n 25km voor de grens van Luxemburg konden we er theoretisch nog maar 10 rijden. ’t Was niet dat er zo meteen nog een tankstation in de buurt was, dus vertraagde ik naar 90 km/h om zo weinig mogelijk te verbruiken (bij deze mijn excuses aan de normaal rijdende chauffeurs). En ja, dan zie je dat tellertje langzaam zakken: nog 3… 2… 1… en toen 0. Het bleef spannend tot we het tankstation konden binnenrijden (als we nu stilvallen, moeten we “maar” 5km stappen, als we nu stilvallen…), maar we haalden het gelukkig wel. Een ezel stoot zich geen… ik wel dus!
3 reacties
-
Pingback: Een lijstje met… (3) – Le petit requin
Ha, dat is toevallig mijn favoriet tijdschrift 🙂 🙂 (het enige dat ik nog lees, alleszins)
Het is dat die microcars (of hoe heten die dingen zonder rijbewijs) echt belachelijk klein zijn en er zo kwetsbaar uitzien, anders zou ik daarvoor opteren ipv de stress voor het rij-examen. Ik heb nog nooit zo'n hekel gehad aan iets als autorijden!
Goh, ik snap wel dat jij (en anderen) zo’n auto makkelijker vinden dan het halen van een rijbewijs B. Ik heb in zekere zin ook makkelijk spreken, want ik vond autorijden best wel plezant (neemt niet weg dat het bij momenten ook zeer stresserend was hoor 😉
Ik heb op zich ook niets tegen die autootjes, maar wel tegen het statuut. Ik snap gewoon niet dat de overheid dat klasseert als een brommer. Een auto geeft zijn bestuurder een gevoel van veiligheid, want je zit beschermd in je cocon, wat bij een brommer absoluut het geval niet is.
Als ik op een brommer aan 45 km/h (de maximumsnelheid van die microcars) tegen een fietser rijd, dan liggen zowel die fietser als ik op de grond en zijn we allebei waarschijnlijk gekwetst. Als ik hetzelfde doe met zo’n microcar (zelfde rijbewijs), dan ligt die fietser gewond op de grond, maar ikzelf heb zeer waarschijnlijk niets. Idem met vb. een Toyota Yaris of een ander gelijkaardig model, alleen heb je daar dan wél een echt rijbewijs voor nodig. En dat vind ik daar zo absurd aan, dat ze daar een onderscheid in maken. Ik weet wel dat er beperkingen zijn bij zo’n microcars (niet op de autostrade mogen e.d.), maar dat neemt niet weg dat je een groot deel van de tijd wel rondrijdt als en tussen gewone auto’s.