Gedicht: How I go to the woods

Ordinarily, I go to the woods alone, with not a single
friend, for they are all smilers and talkers and therefore
unsuitable.

I don’t really want to be witnessed talking to the catbirds
or hugging the old black oak tree. I have my way of
praying, as you no doubt have yours.

Besides, when I am alone I can become invisible. I can sit
on the top of a dune as motionless as an uprise of weeds,
until the foxes run by unconcerned. I can hear the almost
unhearable sound of the roses singing.

If you have ever gone to the woods with me, I must love
you very much.

(Mary Oliver, Swan: Poems and Prose Poems)

4 reacties

    • Ja he! En ook al lijkt het contradictorisch met de eerste zin, dit gedicht past voor mij ook heel erg bij die eerste maanden met Joske: hij slapend en dus stilletjes in de draagzak, ik daarom ook stilletjes aan het wandelen. Nog nooit zo vaak hertjes gezien als in die periode! Zal ook wel liggen aan het feit dat ik veel meer ging wandelen en dus veel meer kans had hertjes te zien, maar toch zeker ook aan de stilte, want ervoor ging ik maar zelden alleen – of toch in stilte – wandelen 🙂

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Bericht reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.