Bookreview: Het huwelijk (Christine Van den Hove)

De afgelopen tijd beperkten de boekenberichten op mijn blog zich meestal tot updates over de Verbeelding book challenge. Daarbij gaf ik hier en daar wel aan of ik een boek goed vond of niet, maar reviews schreef ik eigenlijk enkel nog op Goodreads. Alle boeken die ik lees hier reviewen, zoals ik vroeger deed, ga ik niet meer doen, want dat doe ik dus al op Goodreads. Tegelijk vind ik het wel fijn om over bepaalde boeken wat meer te schrijven, nog eens in de citaten te duiken die ik aanduidde… Als gulden middenweg ga ik dus vanaf nu af en toe, als een boek mij heel erg aanspreekt (omwille van de schrijfstijl, de inhoud, het thema…) hier een review schrijven.

De spits afbijten doe ik met een kersvers verschenen boek, namelijk Het huwelijk van Christine Van den Hove. Als ik het mij goed herinner ben ik via via bij haar blovel Colombe beland en ontdekte zo ook haar blog Can Xatard. In alle geval bleef ik bij beiden meteen hangen, deels omdat ik nieuwsgierig was hoe het Christine als mede-“Belgische in het buitenland” verging, maar toch vooral omwille van haar schrijfstijl, zowel in de dagdagelijkse observaties als in het verhaal dat ze met Colombe, dat uiteindelijk ook een boek werd, aan het schrijven was.

Toen ik mijn thesis terug oppikte, begon ik deel te nemen aan de schrijfgroep die Christine organiseerde. Behalve dat dat een zeer grote rol in het uiteindelijk slagen van die thesis gespeeld heeft, zorgde dat er ook voor dat ik het schrijfproces van o.a. haar tweede roman mee kon volgen. Afgelopen woensdag was het zover en verscheen haar tweede boek, Het huwelijk. Het verhaal, geïnspireerd door haar grootouders, gaat over Gaspard en Justine en volgt hen vanaf hun huwelijk in de jaren twintig:

Eind jaren twintig: Gaspard en Justine treden in het huwelijk in Appelterre-Eichem, een dorp in Oost-Vlaanderen. Hij heeft een goede baan bij de Belgische spoorwegen, zij is onderwijzeres. Maar Justine blijkt een afkeer te hebben van de lichamelijke liefde en krijgt na de geboorte van haar twee kinderen, waarvan de tweede kort na geboorte sterft, te kampen met depressies. Gaspard leert leven met de afwisselend neerslachtige en opgewekte buien van zijn vrouw en hij vindt troost in het zien opgroeien van hun dochter, Adèle. In de woelige oorlogsjaren ontmoet hij een weduwe die hem de warmte en de genegenheid biedt waar hij zo naar hunkert. Maar tot een scheiding met Justine komt het niet, ook niet nadat zij de relatie heeft ontdekt. In deze korte, keel-dichtsnoerende roman vertelt Christine Van den Hove over twee mensen die elkaar vreemd zijn en ondanks alles toch samenblijven. Is het enkel door het taboe op echtscheiding? Of is er meer aan de hand? 
(Bron: Wereldbibliotheek)

Christine doet in dit boek wat ze in haar eersteling ook al zo goed deed: een verhaal vertellen over echte, eenvoudige mensen, die een bestaan proberen op te bouwen en dat, zoals de meesten van ons, al vallend en struikelend doen. Zorgde Colombe af en toe voor momenten van herkenbaarheid, dan was dat in dit boek nog veel meer het geval: ik kon helemaal verdwijnen in het Vlaanderen van mijn jeugd waar ik kalfsblanquette, fricandon met krieken en gateau at, terugkeren naar het huis van mijn “pepe”, even fronsen bij dat bizar korte telefoonnummer en tot het besef komen dat dat vroeger niet moest, het zonenummer mee draaien…

Ik heb een gateau met chocoladecrème-au-beurre gemaakt. Mijn gebak mag gezien worden. De biscuit ziet geel van de eieren en ik heb op geen lat chocolade gezien. Het heeft moeite sgekost, zoals alles moeite kost: het huis proper houden, opstellen en dictees en rekenwerken verbeteren, een brief schrijven naar Adèle. En straks zal het moeite kosten om te doen alsof het geen moeite heeft gekost.

Het lijken kleinigheden en het verhaal – over de moeilijkheden in een huwelijk, over elkaar graag zien, over volhouden ook als niemand eigenlijk nog weet waarom – is universeel genoeg om ook zonder te overtuigen, maar ze tonen hoeveel oog voor detail Christine heeft, hoezeer haar personages mensen zijn die ook in jouw straat voorbij kunnen wandelen (in mijn geval – opgegroeid in de Denderstreek – bijna letterlijk, want de naam van “madame Van der Stichelen” verwijst naar de straat waar mijn grootvader geboren werd en opgroeide).

Gelukkig, wat is dat? Geluk duurt soms maar een ogenblik lang. Geluk kan ’s morgens een tas koffie zijn, of de eerste trek aan mijn pijp. Mijn tanden in een stuk verse mattentaart zetten. De kat die in het waskot voor mijn ogen jongt.

Waar de meeste mensen die ik ken tegen hun 60-65e beginnen uitbollen en uitkijken naar hun pensioen, heeft Christine een tweede leven in het schrijven gevonden. Debuteren op je 62e, dik twee jaar later bij een grotere uitgeverij je tweede boek uitbrengen, noest schrijven aan een derde, doe het haar maar na! Ben ik lichtelijk bevooroordeeld, omdat ik Christine ondertussen al een tijdje ken? Misschien wel. Maar dat neemt niet weg dat dit gewoon een heel mooi boek is, waarvan ik al meteen een paar exemplaren besteld heb om cadeau te kunnen doen.

6 reacties

  1. Ik onthou ‘m.
    Felix Timmermans lees ik ook graag omwille van de alledaagse scenes van het leven van vroeger en dat sappig oud-Vlaams. Dit is recenter maar je review spreekt me alvast aan.

    • Ik las nog niets van Felix Timmermans, dus die ga ik dan weer in mijn achterhoofd houden 🙂
      Vorig jaar las ik wel mijn eerste Stijn Streuvels (De oogst) en die vond ik ook heel erg de moeite.

    • Haha, betrapt 🙂 Haar boek was inderdaad de inspiratie voor dat puntje. Ik had ooit bij een andere challenge het puntje “boek van iemand die heel jong debuteerde” gezien en had dat opgeschreven als ideetje voor een nieuwe challenge, maar toen ik aan Christine moest denken, vond ik dat het omgekeerde ook een leuk puntje kon vormen.