De boeken van augustus 2018
In augustus gooide ik nog een extra boek bovenop het aantal van juli, zodat ik aan een mooie negen boeken kwam (het valt vooral niet op dat ik thuis zat, zeker? 🙂 ).
Mira Kirshenbaum, Scheiden of blijven
Samen met mijn e-reader kreeg ik ook een paar e-books cadeau en dit was er eentje van. Ik zou het sowieso wel bekeken hebben, maar in de nasleep van wat er vorig jaar gebeurde, interesseerde het mij nu zeker. Kirshenbaum, zelf relatietherapeute, helpt je aan de hand van een dertigtal vragen te bepalen of je een relatie wilt behouden dan wel beëindigen.
Twijfel kan veel schade aanrichten. Vertwijfeld vastzitten kan je emotioneel de das omdoen wanneer je bij je partner blijft terwijl je eigenlijk weg zou moeten gaan. Twijfel kan je relatie ten gronde richten als je steeds maar denkt aan weggaan, terwijl alle problemen opgelost zouden kunnen worden door meer energie in je relatie te steken. Op den duur kan door nietsdoen alle plezier en vrijheid, intimiteit en hoop voor je verloren gaan. Alleen maar wachten levert je geen antwoord op op de vraag wat voor jou het beste is. Twijfel biedt geen oplossing. Het is een gevaarlijke val.
In die vragen gaat ze in op een aantal thema’s, zoals vertrouwen, gemeenschappelijke interesses, fysieke en seksuele aantrekkingskracht, grensoverschrijdend gedrag – startend met de vraag wat jouw grenzen zijn en hoe je bepaalt waar die liggen – en de manier waarop je met elkaar omgaat (wordt je minachtend behandeld, krijg je steun van je partner…). Sommige vragen lijken zeer evident, maar wetende dat bijvoorbeeld veel mensen die te maken krijgen met fysiek geweld in hun relatie, het toch moeilijk hebben om uit zo’n relatie te stappen, zijn ze desondanks zeker relevant.
Dat leugens in en de gevolgen daarvan voor een relatie voor mij zeer dichtbij kwamen, spreekt waarschijnlijk voor zich. Bepaalde passages hakten er dan ook hard op in.
Liegen is slecht omdat de communicatie daardoor wordt uitgehold. Als iemand tegen je liegt, ben je slechter af dan eerst. Daarvóór wist je alleen iets niet. Na de leugen denk je iets te weten, maar dat is niet zo. Liegen is voor de communicatie wat moord is voor het leven. Beide nemen weg wat echt en kostbaar is.
[…]
Als iemand tegen je gelogen heeft, kun je heel erg kwaad worden en heel wantrouwend en je heel bedreigd gaan voelen. Het is begrijpelijk dat je na het horen van een grote leugen een tijdlang denkt dat alles wat je partner zegt gelogen is en misschien ook alles wat hij in het verleden tegen je gezegd heeft.
Kirshenbaum staat overigens zeker wel “open” voor misstappen in een relatie, in die zin dat ze ook zeer uitgebreid ingaat op hoe het vergeven en het herstellen van zo’n vertrouwensbreuk kunnen verlopen en in hoeverre bepaalde tekens erop wijzen dat zo’n herstel überhaupt kan.
Het belangrijkste en meest fundamentele element is wel dat degene die gekwetst is, zich niet blijft vastklampen aan wrok en verdriet, angst en rouw. Je kunt je partner niet vergeven als je je niet kunt losmaken van het gevoel dat je zware schade is toegebracht en als je je partner daar voortdurend mee om de oren slaat.
In zekere zin voelt dit boek bij momenten bijna té nuchter voor het toch vaak zeer romantische beeld dat we soms van liefde hebben, want wie beslist er nu over een relatie door op een aantal vragen “ja” of “nee” te antwoorden? En toch, ik vond het een heel interessant boek dat mij een pak nieuwe inzichten opleverde en – gelukkig maar 🙂 – ook leidde tot een ik wil blijven. Enkel jammer van de bij momenten zeer Amerikaanse toon en stijl, maar als je daar voorbij kan kijken is dit het lezen echt wel waard 🙂
John Tiffany, Harry Potter and the cursed child
Na de zwaardere kost die het vorige boek toch wel was, besloot ik onder te duiken in de luchtige wereld van Harry Potter (met mijn excuses aan de die hard-fans die het waarschijnlijk heiligschennis vinden deze boeken “luchtig” te noemen 😉 ). Het was – shame on me – het eerste boek van Harry Potter dat ik in het Engels las, wat er voor zorgde dat ik al eens moest opzoeken welk personage nu net aan bod kwam (gelukkig blijven de namen van de belangrijkste spelers wel herkenbaar), maar dat deed niets af aan de vertrouwdheid van de toverwereld. Dit boek bouwt verder op de reeks: Harry Potter is dus volwassen, al betekent dat niet dat zijn kinderjaren hem loslaten.
There is never a perfect answer in this messy, emotional world. Perfection is beyond the reach of humankind, beyond the reach of magic. In every shining moment of happiness is that drop of poison: the knowledge that pain will come again. Be honest to those you love, show your pain. To suffer is as human as to breathe.
Hoewel het fijn was om nog eens terug te keren naar de wereld van Harry Potter, was dit verhaal jammer genoeg bijlange niet zo overtuigend en goed uitgewerkt als de “echte” boeken. Het is natuurlijk de neerslag van een theaterstuk, dus ergens is dat logisch, maar toch: ook theaterstukken verdienen sterke personages en verhaallijnen.
Willem Schinkel, De leegte van westerse waarden
Dit dunne boekje is de neerslag van de Paul Verbraekenlezing die socioloog en filosoof Schinkel in 2016 aan de VUB gaf en dat is meteen te merken aan het vrij academische taalgebruik.
De ander is een noodzakelijke vaagheid, dat is waarom hij ons bedreigt. Hij is altijd chaotischer, onstabieler, vluchtiger dan het zelf en het eigene, hoewel hij tegelijk de ondankbare taak heeft de veronderstelde eenheid van het zelf en het eigene te stabiliseren.
Dat neemt niet weg dat dit een zeer interessante tekst geworden is over wat onze westerse waarden net inhouden, over de scheiding tussen terrorisme en “militair ingrijpen” en waarom aanslagen steeds bekeken worden als een “aanval op onze waarden”.
Is het laffer jezelf op te blazen dan op een afstand vliegtuigen of drones te sturen om bommen te werpen op mensen die je nooit in de ogen hoeft te kijken?
Daarbij haalt hij het voorbeeld aan van oorlogsvoering met drones en hoe bepaalde slachtoffers doelbewust een bepaald label opgeplakt krijgen om de eigen zijde er mooier uit te laten komen.
De ratio burgerslachtoffers vs. slachtoffers onder wat ‘combatants’ heten is officieel onbekend, maar duidelijk is dat zeer veel eufemistisch genoemde ‘collateral damage’ op de koop toe genomen wordt. Daarmee gaat de VS om middels het concept ‘Military Age Male’: wie in de buurt van een doelwit staat, en man is van militaire leeftijd, is per implicatie zelf ook legitiem doelwit. Op die manier kunnen officieel lage burgerslachtoffers gerapporteerd worden.
Een boek dat mij meer inzicht in het thema opleverde en voor de zoveelste keer achterliet met het gevoel hoe fucked up bepaalde aspecten van onze “samenleving” – wat een wrang woord in het kader van dit boek – zijn.
Gevaarlijke mensen hebben overtuigingen; de rest heeft meningen.
Schinkels voorkeur komt weliswaar soms iets te hard naar voor, iets wat natuurlijk wel kan, maar van een academische lezing verwacht ik net iets meer objectiviteit.
Jos de Valk, Over de grens
Met Over de grens keerde ik even terug naar mijn jeugdjaren toen ik dit jeugdboek voor het eerst las. Het verhaal gaat over Martin, die na een periode in de gevangenis zijn leven terug op orde probeert te krijgen, maar daar niet in slaagt. Als volwassene miste ik vooral meer achtergrond bij de geschiedenis van de Belgische opstand, waarin het verhaal zich afspeelt. Dat draagt er toe bij dat het verhaal, dat voor de rest best wel ok is, fijn is om te lezen, maar mij – ondanks het herlezen – waarschijnlijk toch niet lang zal bijblijven.
Alessandro Baricco, Oceaan van een zee
Hoewel het Zijde van Baricco was dat op mijn leeslijst stond, las ik toch eerst deze Oceaan van een zee, een heerlijk, bizar en fascinerend verhaal. Een kleurrijke schare aan personages, ondermeer een schilder die water i.p.v. verf gebruikt, vindt elkaar in een herberg vlak bij de zee. Schilderen, dat is ook wat Baricco doet, maar dan met woorden. Zijn beschrijvingen van de zee, van de herberg en van de mensen die er hun toevlucht zoeken zijn dromerig, waardoor dit bijna meer aanvoelt als een sprookje, een ervaring die mij wat deed denken aan De kleurenvanger van Peter Verhelst.
Het leek alsof de herberg – daar, zo eenzaam – achtergelaten was. Bijna alsof er op een dag een optocht van herbergen was langsgekomen, in allerlei soorten en leeftijden, langs de kust trekkend, en een ervan zich had losgemaakt van de rest omdat zij moe was, en terwijl zij haar reisgenoten langs zich heen liet paraderen had besloten om zich op die indicatie van een heuvel te vestigen, zich overgevend aan haar eigen zwakheid, het hoofd buigend en wachtend op het einde. Zo was herberg Almayer. Zij had de schoonheid die alleen verliezers kunnen hebben.
De zee is al evenzeer een hoofdpersonage als de mensen in het verhaal, al bieden die op zichzelf ook al genoeg stof tot nadenken. Zo is er het vijftienjarige meisje Elisewin – … een meisje dat te broos is om te leven en te levendig om te sterven… – die ziek is van angst om te leven, maar tegelijk niet liever wil dan dat.
Ik wilde zeggen dat ik het wel wil, het leven, ik zou er alles voor doen om het te kunnen hebben, alles wat er is, zoveel om gek van te worden, dat doet er niet toe, ik wil best gek worden, maar dat leven wil ik niet mislopen, ik wil het, echt waar, al zou het vreselijke pijn doen, ik wil leven. Ik red het wel, toch?
Of de heerlijke professor Bartleboom die zijn leven wijdt aan het onderzoeken van het begin en einde van dingen en zich nu concentreert op het einde van de zee. Het zorgt voor grappige momenten, maar evenzeer voor poëtische beschrijvingen van golven die sterven op het strand. En dan zijn er ook die passages die mijn hart even een tel doen overslaan.
Ik weet niet. Sommige mensen gaan dood en, met alle respect, je verliest er niks aan. Maar hij was een van die mensen waarvan je het merkt als ze er niet meer zijn. Alsof de hele wereld van de ene dag op de andere een beetje zwaarder werd. Het kan zijn dat deze planeet met alles erop en eraan alleen in de lucht blijft drijven omdat er zoveel Bartlebooms rondlopen, het kan zijn dat zij de wereld omhoog houden. Met die lichtheid van hun. Ze zien er niet uit als helden, maar ondertussen houden zij de boel overeind. Zo zijn ze gewoon.
Ondertussen haalde ik Zijde al in huis – de editie met tekeningen van de fantastische Rébecca Dautremer -, want Baricco, ja, daar wil ik nog wel meer van lezen.
Niets doen is één ding. Niets kunnen doen is een ander ding. Het is niet hetzelfde.
Een auteur die je even doet verdwijnen in een sprookjeswereld en ondertussen je hart verzacht met mooie woorden, die moet een mens immers koesteren.
Angelique Vandewinkel, Iedereen mooi
Ook al ben ik op zich veel te nonchalant om dagelijks make-up te dragen, toch zou ik het graag goed kunnen aanbrengen. Alleen geraakte ik eigenlijk helemaal niet wijs uit alle mogelijke producten die er bestaan: toners, dagcrèmes, foundation, concealer, bronzer, blush, primer… Ik kon mij alleen maar verbaasd afvragen hoeveel soorten producten een mens zo eigenlijk op zijn gezicht kan smeren. Gelukkig gaat het gros van dit boek over de basics, die ik tot nu toe nergens echt duidelijk neergeschreven vond: hoe reinig je? Welke producten gebruik je waarvoor en in welke volgorde? Wat behoort tot een basisverzorging en wat is “extra”?
Er komen verschillende looks aan bod, die opbouwen van een minimale naturelle look naar uitgebreidere versies met bijvoorbeeld meerdere kleuren oogschaduw of een smokey eye. Aan de looks zelf ben ik nog niet eens toegekomen, maar alleen al de hele uitleg over hoe te reinigen heeft mijn badkamerkastje al wat verandert. Daarbij ben ik weliswaar niet voor de in het boek aangeraden producten gegaan, want ook al ben ik blij dat er op zijn minst al voor gezondere – want minerale – make-up gekozen werd, zelf ga ik toch liever nog een stap verder (biologisch, gegarandeerd niet op dieren getest…). Voor een leek als mij was dit boek dus echt wel heel handig; voor wie dat stadium al voorbij is, zijn waarschijnlijk vooral de verschillende looks interessant. Het enige echte minpunt vond ik het bij momenten nogal “zie mij eens hip wezen”-taaltje.
Brian Tracy, Eat That Frog
Aangezien dit boek omschreven wordt als een “klassieker over productiviteit” was ik best wel benieuwd. Toen ik een weekje in België was, leende ik het dan ook uit in de bib, hopende op handige tips om productiever te worden. Op het basisidee – beginnen met de belangrijkste, meest impactvolle taken – valt op zich weinig aan te merken en de 21 stappen die Tracy geeft om je te helpen focussen op die taken zijn best wel goed uitgewerkt. Toch kwam ik niet echt veel vernieuwende informatie tegen, maar dat kan ook liggen aan het feit dat dit niet het eerste boek over productiviteit is dat ik lees.
Wat echter heel jammer is, is dat Tracy naast de interessante en praktische tips ook een heleboel onzin uitkraamt. Mensen aanraden om vroeger te starten en langer te blijven, te zeggen dat elke minuut kletsen met je collega’s een minuut minder tijd betekent voor de klussen die je af moet krijgen als je het goed wilt doen in je werk, als “stappen naar meesterschap” kiest voor minstens een uur per dag vakliteratuur lezen, elke training en ieder seminar over essentiële skills die je nodig hebt volgen en in de auto naar educatieve cd’s luisteren…, bij mij doet dit vooral veel alarmbellen afgaan. Misschien neem ik die dingen te persoonlijk op, maar als iemand die een burn-out gehad heeft, die uitgemond is in een depressie, kan ik dit enkel maar ronduit domme – en zelfs gevaarlijke – uitspraken vinden. Tegen dat ik onderstaande zin tegenkwam, had ik veel goesting om het boek de vuilbak in te zwieren (want ja, zwijgen over je problemen, dát gaat dingen oplossen…).
Zeur niet over je problemen. Houd ze voor je.
Een goed boek dus voor immer gezonde, energieke en burn-outresistente mensen, ofte dus een onrealistisch ideaal dat er net voor zorgt dat mensen onderuit gaan. Ik heb al intelligentere boeken gelezen eerlijk gezegd…
Kurt Vonnegut, Slaughterhouse-Five
Ik kan er moeilijk de vinger op leggen waarom science fiction mij zo weinig aantrekt, maar dankzij de twee boekenclubs waar ik in zit (de Verbeelding book club online, de Zürich book club offline) lees ik er desondanks toch af en toe eentje. In dit geval een klassieker in het genre, die tot de soort bleek te horen die ik wél graag lees: diegene waarbij tijdreizen, aliens e.d. gebruikt worden om hedendaagse thema’s aan te kaarten, in dit geval oorlog, posttraumatische stress en wat dat met een mens doet. Een van de krachtigste passages vond ik deze, waarin het hoofdpersonage een scène in omgekeerde volgorde beleeft:
When the bombers got back to their base, the steel cylinders were taken from the racks and shipped back to the United States of America, where factories where operating night and day, dismantling the cylinders, seperating the dangerous contents into minerals. Touchingly, it was mainly women who did this work. The minerals were then shipped to specialists in remote areas. It was their business to put them into the ground, to hide them cleverly, so they would never hurt anybody ever again.
Het hoofdpersonage, dat het zware bombardement op Dresden meemaakte en later ontvoerd wordt door aliens, is op zoek naar betekenis en zingeving: waarom bestaat hij – en bij uitbreiding de mensheid – eigenlijk? Een universeel thema dus, dat Vonnegut op een mooie manier verwerkt.
He had never had an old gang, old sweethearts and pals, but he missed one anyway
Alleen jammer dat zijn zinnen bij momenten net iets te monotoon aanvoelden en dat hij zijn “stopzinnetje” maar bleef herhalen. Ik snap waarom, daar niet van, maar na de driehonderdste keer – of zo voelde het toch – had ik het wel gehad 🙂
Johanna Spyri, Heidi
Tja, vier jaar in Zwitserland wonen en toch dé grote kinderverhalentrots nog niet gelezen hebben, dat kon toch eigenlijk niet? 😉
Ondanks dat het overduidelijk een kinderboek is, las het niet altijd even vlot, vooral omdat er toch al wat ouderwetser Duits in gebruikt wordt. De twee delen – in mijn versie gebundeld in één e-book – verschenen natuurlijk ook al in 1880 en 1881.
Het verhaal gaat over Heidi (surprise!), haar grootvader Alm-Öhi (van het Zwitserse Alm – bergweide – en Oheim – nonkel), vriend Peter (ofte Geisenpeter – Geitenpeter -, omdat hij de geiten van het dorp hoedt) en vriendin Klara. Het was heel fijn om dit verhaal eindelijk te leren kennen en ik herkende mijzelf bij momenten wel in het enthousiasme van Heidi. Met weliswaar dat verschil dat bij mij de realiteit wél om de hoek komt loeren 🙂
Heidi wurde niemals unglücklich, denn es sah immer irgendetwas Erfreuliches vor sich.
De liefde voor de bergen is doorheen heel het boek overduidelijk aanwezig, al sloeg de auteur soms iets teveel door naar het zeemzoete; soms zelf in die mate dat het vooral grappig werd. Onderstaand fragment is daar een voorbeeld van, maar wat mij het meeste luidop deed lachen waren de “dansende en zoemende kleine, vrolijke muggen”. Hoeveel mensen beschouwen muggen als vrolijke beesten? Wat mij betreft zijn het vooral – excuseer mij mijn taalgebruik – klotebeesten. En neen, dat heeft helemaal niets te maken met het feit dat ik dit schrijf na een vakantie waarin ik ondermeer op één dag dertig muggenbeten verzamelde 😉
So sassen die Kinder nebeneinander unter den alten Tannen, und je eifriger sie im Erzählen wurden, desto lauter pfiffen die Vögel oben in den Zweigen, denn das Geplauder da unten freute sie, und sie wollten auch mithalten.
Dat de boeken al zo oud zijn, valt ook wel op in het verhaal: kinderen gaan enkel tijdens de winter naar school, omdat ze in de zomer moeten meehelpen, de mannen zwaaien de plak en wanneer Heidi “geadopteerd” wordt, zegt haar adoptievader dat hij nu ook “recht heeft” op Heidi. Mijn relativerende zelf rolde enkel eens keihard met haar ogen, maar mijn feministische zelf kreeg er toch het opstandige gevoel van dat Zwitserland op dat gebied nog altijd een pak te leren heeft.
Bron afbeeldingen: Goodreads
12 reacties
-
Pingback: 8 van 2018: boeken – Le petit requin
Wat een variëteit aan boeken. Geweldig!
Gelukkig kan ik de gulzigheid waarmee ik in het algemeen in het leven sta tijdens het lezen van boeken beleven zonder schrik te moeten hebben er gestresseerd door te worden, wel integendeel 🙂
Ik las Heidi als kind. Lekker emo was dat. Dat boek over scheiden of blijven lijkt me ook interessant. Niet dat ik me de vraag stel, hoor, maar dat stukje over het niet weten voor de leugen heeft wel wat.
Ja, ik denk dat dat boek ook heel interessant kan zijn zelfs als je je de vraag niet stelt. Het geeft hoe dan ook wel wat inzichten mee, denk ik.
En tof dat jij Heidi als kind al las; ik heb het altijd wel gekend “van horen zeggen”, maar had het zelfs in het Nederlands nog nooit gelezen.
Zoveel interessante boeken gelezen precies! Scheiden of blijven lijkt me een interessant boek. Ik heb niet écht een relatie, maar lijkt me toch interessant. Ik ben ook heel erg geïnteresseerd in waarom mensen vreemdgaan. Ik noteer het boek.
Ook dat van de Westerse waarden lijkt me zeer interessant!
En ik las één boek van Alessandro Barrico, ik vond het heel speciaal. Ik wil er zeker meer van lezen.
Welk boek van Baricco las jij al?
En ja, Scheiden of blijven is sowieso interessant, denk ik, los van of je een relatie hebt of niet en of die goed gaat of niet. En “niet écht” een relatie, dat klinkt als ergens ook wel? Fijn voor jou!
Nog maar eentje: driemaal bij dageraad.
Nee, eigenlijk geen relatie hoor, laten we het FWB noemen 🙂
🙂 Maakt eigenlijk ook niet uit welke naam het net krijgt; sowieso fijn dat je ook dat fysieke aspect kan hebben. Een mens heeft daar (soms) gewoon ook nood aan!
dat zeker 🙂
Goeie besprekingen! Je hebt me alvast warm gemaakt voor een paar boeken op je lijst…
Vooral Vonnegut en Baricco, die zien er echt wel de moeite uit, en dat boek van Kirshenbaum lijkt me er ook wel een dat iedereen eens gelezen zou moeten hebben, of het nu goed gaat in je relatie of niet (want in welke relatie gaat het ooit alleen maar goed?)
Inderdaad, elke relatie heeft zijn ups and downs. En ook al twijfel je niet aan of je wilt blijven, ik vind het sowieso interessant en waardevol voor je relatie om er bij stil te staan.