De boeken van juni 2019
Jan Siebelink, Jas van belofte
Toen ik tijdens de Boekenweek eerder dit jaar een paar boeken bestelde, kwam dit Boekenweekgeschenk gratis als e-book in mijn mandje terecht. Siebelink vertelt in Jas van belofte het verhaal van Arthur, die – terwijl hij met een ambulance naar het ziekenhuis wordt gevoerd – terugblikt op zijn leven. Hoewel het verhaal wat diepgaander had gemogen (iets wat voor wel meer Boekenweekgeschenken geldt), is het een mooi verhaal over de vraag wanneer een leven de moeite waard is geweest.
Het duister is mij licht genoeg.
Puur naar verhaal was ik dus zeker wel mee met dit boek, maar toen ontdekte ik dat het thema van de Boekenweek De moeder de vrouw was. Behalve dat ik dat thema op zich serieus achterhaald vind klinken, roept de combinatie met dit boek meerdere vragen bij mij op: konden ze voor zo’n thema geen vrouwelijke auteur vinden (en jup, ik weet dat er al vrouwen – vorig jaar nog Griet Op de Beeck – het schreven, maar ze zijn overduidelijk in de minderheid)? En als je dan toch voor een man gaat, kan je die dan even duidelijk maken dat een boek met enkel mannen in de hoofdrol, waarin vrouwen naar nevenrollen verwezen worden, misschien niet de beste keuze is?
David Allen, Getting things done
Jaren geleden had ik dit boek al eens in handen, maar ik haakte al snel af. Ondertussen verscheen er een herwerkte versie en ben ik bezig met een thesis, waarvoor getting things done (algemeen dus, niet het boek) vrij noodzakelijk is om tot een goed einde te komen. Of het mij effectief gaat helpen voor die thesis is nog maar de vraag (een mens mag namelijk nog zoveel methodes toepassen als hij/zij wilt, als het hoofd niet mee wilt, krijg je desondanks niets done), maar dat doet niets af aan de nuttigheid van de tips die Allen in dit boek geeft.
It does not take much strength to do things, but it requires a great deal of strength to decide what to do.
Een aantal pas ik al langer toe – dingen neerschrijven, zodat je geen energie moet verspillen aan het onthouden -, een aantal lijken mij zeer nuttig en probeer ik op bepaalde gebieden al toe te passen. Zo vind ik bijvoorbeeld het definiëren van de next action (niet gewoon “hoofdstuk 3 schrijven”, maar wel “boek X uit de bib halen” wanneer je nog literatuur moet lezen vooraleer je kan beginnen schrijven) niet altijd makkelijk, maar wel zeer nuttig.
There is a simple but profound principle that emerges from understanding the way your perceptive filters work: you won’t see how to do it until you see yourself doing it.
Andere tips gaven mij dan weer het gevoel dat ik de productiviteit van een robot zou moeten hebben: als ik ergens vijf minuten moet wachten, dan kijk ik wat rond of lees ik, no way dat ik meteen een lijstje ga bovenhalen met nuttige telefoontjes die ik in die vijf minuten kan plegen… Al vond ik het grootste minpunt vooral dat Allen zichzelf vaak herhaalt en het boek daardoor langer is dan eigenlijk nodig. Zeker de moeite van het lezen waard dus, maar een volgende editie mag wat korter van stof zijn. 😉
Marcel Hendrickx, Zeg me dat ik oké ben
Diende bovenstaand boek om methodes te leren om die thesis te schrijven, dan hoopte ik dat dit boek misschien kon helpen bij de faalangst, waar ik jammer genoeg te vaak mee te kampen heb.
Het is typisch voor jonge kinderen met faalangst dat ze niet geholpen worden als hun ouders heel gemeend zeggen dat hun schoolresultaten niet zo belangrijk zijn. Het hoeft geen 80 procent te zijn, 65 of 70 procent op het rapport is ook echt goed. Zodra het patroon ontwikkeld is, heeft dit geen effect meer op kinderen. Ze leggen voor zichzelf de lat heel hoog en bepalen zelf hun kwaliteitseisen, met faalangst als gevolg.
Hendrickx gaat in op de manieren waarop faalangst kan ontstaan en hoe dat al op heel vroege leeftijd kan gebeuren. Vooral dat gedeelte vond ik heel interessant om te lezen en bevatte een paar zeer rake opmerkingen.
Er is geen innerlijke rust, we lijken voortdurend kwaad op onszelf te zijn en zitten onder de stress. Het zou geweldig zijn als we zouden kunnen beslissen om vanaf vandaag te beginnen met bovenal onszelf graag te zien en eerst en vooral heel goed voor onszelf te zorgen. Maar spijtig genoeg laat het perfectionisme dit niet toe. We moeten anderen graag zien en voor anderen zorgen.
In het tweede deel behandelt hij de methode die hij in zijn praktijk toepast. Jammer is echter dat hij geen tips geeft hoe je die methode als lezer zonder coach kan gebruiken. Misschien kan dat gewoon niet, maar het voelde iets teveel als reclame voor zijn eigen praktijk. Dat is niet onlogisch, maar ik lees geen boek om vervolgens een programma te moeten gaan volgen (of anders wil ik dat op voorhand weten).
Mensen die last hebben van perfectionisme, hebben de neiging om alle moeilijkheden die zich aandienen zelf op te lossen. Hulp vragen is iets wat je niet doet. Ook dit komt voort uit die enorme behoefte aan bevestiging. Als ik hulp vraag, denken ze, dan vindt men mij misschien een mislukkeling. Dit speelt in allerlei situaties, niet alleen bij huishoudelijke klussen of reparaties in de woning maar ook bij het werk. Dat dat niet de efficiëntste manier is om met problemen om te gaan, is duidelijk.
Madeline Miller, Circe
In de Verbeelding boekenclub op Goodreads lezen we elke maand een boek, al kwam dat er bij mij dit jaar nog niet al te vaak van. In juni echter wel, want toen werd het deze Circe van Madeline Miller en laat mij nu net nood hebben gehad aan een verhaal om helemaal in te verdwijnen. Als er één genre is dat dat perfect kan, dan zijn het wel (hervertellingen van) Griekse mythes, ook al lees ik ze tegenwoordig veel minder vaak dan vroeger.
Yet because I knew nothing, nothing was beneath me.
Miller vertelt het verhaal van Circe, een tovenares, dochter van zonnegod Helios en kleindochter van zeegod en Titaan Oceanos en mijn achtergrondkennis over Griekse mythologie maakte dat ik quasi elk personage meteen kon plaatsen, iets wat mogelijk wat overweldigend kan zijn als je er iets minder in thuis bent. Een van de leukste aspecten aan dit verhaal vond ik dat Miller gekende verhalen vanuit een nieuwe invalshoek vertelt (Odysseus wordt net wat anders voorgesteld, de geboorte van de Minotaur las ik nog niet zoals ze hier voorgesteld wordt, nieuwe aspecten in het verhaal van Medea, Jason en het Gulden Vlies) en mij liet kennis maken met verhalen die ik nog niet kende (de link tussen Circe en Syclla was mij bijvoorbeeld onbekend, al las ik achteraf wel dat dat niet Millers “uitvinding” is).
You threw me to the crows, but it turns out I prefer them to you.
Hoewel ik het niet echt als een feministisch boek zou omschrijven (daarvoor kiest de auteur op een bepaald moment een oplossing die ik weliswaar begrijp, maar te makkelijk vind), is het wel heel fijn om gekende verhalen uit de Illiad, de Homerus, de Metamorphosen e.d. vanuit een vrouwelijk perspectief te lezen, net zoals in een van mijn favoriete mythologische hervertellingen Stormen over Troje (van Marion Zimmer Bradley) het geval is – al was het daar nog sterker.
Humbling women seems to me a chief pastime of poets. As if there can be no story unless we crawl and weep.
Tot slot tonen Griekse mythes en aanverwanten natuurlijk wel vaak de goden van hun menselijke kant, maar komt de “dagdagelijksheid” van hun bestaan minder vaak aan bod. Het was fijn om dat aspect in dit verhaal, met zijn positieve en negatieve kanten, belicht te zien.
Two children he had had, and he had not seen either clearly. But perhaps no parent can truly see their child. When we look we see only the mirror of our own faults.
Saartje Vandendriessche, Tough body, strong mind
Ik bestelde dit boek een tijdje geleden met het idee er na de zomer aan te beginnen (ofte: het moment dat ik terug aan mijn body kan werken). Maar ja kijk, toen kwam deze maand waarin die hele thesis mij zodanig hard deed blokkeren en panikeren dat boeken niet enkel ontspannend, maar bijna noodzakelijk werden om ook rustige momenten te hebben. Net omdat dit boek niet enkel over het lichaam, maar ook over de geest gaat, besloot ik er nu al in te starten.
Het bleek zeer motiverend en vlot geschreven. Soms was het – zeker in het mind-gedeelte – te oppervlakkig naar mijn goesting, maar bon, Vandendriessche is natuurlijk een gedreven amateursporter en geen professionele sportcoach of psycholoog, dus dat diepgaande moet je van dit soort boek misschien ook niet verwachten.
Ondertussen ging ik effectief met het 10-wekenplan aan de slag en dat doet alleszins deugd, want ook al wijkt het niet zo hard af van mijn eigen sportieve doelstellingen, een “vast” schema is toch beter dan “dit zou ik graag willen doen”. Enige nadeel is dat het niveau van de kracht- en coretrainingen een pak hoger ligt dan ik gewoon ben… om eerlijk te zijn té hoog in vergelijking met de rest van het schema, want nadat ik na de eerste krachttraining twee dagen bijna niet meer kon gaan neerzitten of opstaan, besloot ik het aantal herhalingen daar drastisch terug te schroeven. Ach ja, zo kan ik dat schema meerdere keren herhalen en haal ik zeker alles uit het geld dat ik voor het boek betaalde. 😜
Kelly Deriemaeker, Bullet journal – De handleiding
Eigenlijk kan ik hier quasi herhalen wat ik een half jaar geleden bij How to Bullet Plan van Rachel Wilkerson Miller schreef: dit is een praktische gids die de focus legt op het inhoudelijke (wat alle instagram- en pinterest perfect pictures ten spijt toch de essentie is) en op een duidelijke en vlotte manier uitlegt waar zo’n BuJo eigenlijk om draait. Het esthetische komt uiteraard ook wel aan bod, maar er wordt meer dan voldoende benadrukt dat je je daar niet mag door laten verlammen (al is het creatieve hoofdstuk grappig genoeg wel het langste van het hele boek).
Enige “nadeel” is dat ik er weinig nieuws uit haalde, maar dat is vooral mijn eigen “fout”: ik heb al van lang voor het hip werd een agenda waarin ik, zonder het te beseffen, al veel typische Bujo-elementen integreerde. Dit boek was voor mij dus meer een bevestiging van de keuzes die ik zelf wel of niet maak, met een uitzonderlijk nieuw ideetje, maar is voor een “nieuweling” zonder twijfel een handige gids om van start te gaan.
Tessa de Loo, De tweeling
Dankzij lieve lezeres B. kwam ik bij dit boek terecht en toen ik het zeer goedkoop als e-book vond, besloot ik er meteen in te beginnen. De Loo schetst het verhaal van twee vrouwen, Anna en Lotte, die elkaar in Spa ontmoeten en tweelingzussen blijken te zijn. Kort na de Eerste Wereldoorlog werden ze, na de dood van hun ouders, van elkaar gescheiden: Anna komt in Duitsland bij haar grootvader terecht en Lotte bij familie in Nederland, waarna ze door de slechte verhoudingen in de familie, het contact met elkaar verliezen.
De lantaarn belicht als een manestraal een bed met lichtblauwe dekens. Daaronder vallen Anna en Lotte ’s avonds in slaap, elkaar als parende octopussen met hun ledematen krachtig omstrengelend. Zonder dat ze het merken ontwart de nacht deze knoop met beleid, zodat ze ’s morgens ieder op een rand van het bed ontwaken, met hun ruggen naar elkaar toe.
Dat betekent ook dat ze tijdens en na Wereldoorlog II aan verschillende kampen belanden: de ene in het goede, de andere in het slechte. Anna probeert te tonen hoe het “gewone” Duitsers in oorlogstijd verging, Lotte heeft teveel geleden om open te staan voor het leed van de “slechten”. Dat zorgt voor interessante gesprekken, die de kloof tegelijk lijken te verbreden en te dichten.
Anna hing scheef aan de lus en voelde voor het eerst wat het voortaan zou betekenen een Duitse te zijn. Schuldig te worden bevonden door mensen die niets van je wisten. Niet als individu te worden gezien maar als specimen van een soort, omdat je dankeschön zei in plaats van dank u wel.
Los van het sterke verhaal zaten er af en toe ook kleine, herkenbare momentjes in het boek. Zoals wanneer Anna zich bedenkt dat ze niet zomaar kan beginnen met dutzen (du – jij – zeggen i.p.v. Sie – u -, iets wat in principe toegestaan moet worden door de oudste / hoogste in ranking). Dat ik net een paar dagen ervoor na veel twijfelen tegen mijn baas gezegd had dat ik eigenlijk liever met Haaike / jij dan Frau Peeters / Sie wordt aangesproken, maakte die ene scène dus wel heel levensecht. 🙂
Dimitri Verhulst, De intrede van Christus in Brussel
Ik las al best wat boeken van Dimitri Verhulst, maar ondertussen was het alweer een tijdje geleden. Tijd dus voor nog eens wat typische Verhulstkenmerken: een “mooi” beeld van onze maatschappij, waar hij de clichés niet schuwt, maar evenzeer een paar stevige vegen uit de pan geeft.
Dat ik Brusselaar en Belg ben is geen verdienste en om eerlijk te zijn, heb ik het nooit begrepen op mensen die hun nationaliteit presenteerden als een kwaliteitslabel, een kenteken dat hun toekwam omdat ze simpelweg uitverkoren waren het levenslicht te zien op een plaats met verheven geografische coördinaten.
Aangezien ik zelf een aantal jaar in Brussel woonde en de stad mij nog steeds nauw aan het hart ligt, was het heel leuk om een paar herkenbare of typisch Brusselse elementen tegen te komen. Van Old England over de zomerse kermis tot ettekeis, een Brusselse kaas.
Het is zoiets waarvan men zegt dat je het moet “leren eten”. En dan weet je doorgaans al genoeg.
Dat herkenbare beperkte zich overigens niet tot Brussel: de publiciteitskaravaan die net voor Christus door de Brusselse straten rijdt, was – als iemand die al een paar keer live naar koersen ging kijken – zeer herkenbaar. 🙂
Bidden deed ik allang niet meer. Gewoon, ik was mijn geloof kwijtgespeeld. De weerzin voor de dood was groter geworden en in ruil daarvoor had ik de trots op mijn onafhankelijke denken verworven.
Al bij al niet echt verrassend, maar wel graag gelezen.
Saskia de Coster, Wij en ik
Ik zei al dat ik deze maand véél las, maar met dit negende boek zijn we eindelijk aanbeland bij de laaste review van de maand. 🙂 Deze Wij en ik bleek een aangename kennismaking met Saskia de Coster, die ons het verhaal van de familie Vandersanden leert kennen aan de hand van een aantal tijdssprongen: van de geboorte van dochter Sarah in 1980 tot het heden. Het boek leest vlot en omvat een een paar mooie beschrijvingen van de Vlaamsche manier van doen (ofte zwijgen en voortdoen), maar was tegelijk soms net iets te clichématig of te kort door de bocht (wat gebeurt met Stefaan en hoe Mieke en Sarah daarmee omgaan).
De glasbak krijgt veel te slikken. Een hele kelder vol verschepen ze. […] Likeur die een mens een klop van de hamer geeft, die je zodanig verdooft dat je de dagen doorkomt, zwijgend in een zetel terwijl de wereld voorbijdrijft […]
Ik vond het vooral fijn om een boek te lezen dat mij meenam van de periode waarin mijn ouders elkaar leerde kennen over de tijd toen ik opgroeide naar nu. Heel herkenbaar hoe die verschillende momenten bepaalde gedragingen met zich meebrengen (hoewel de Coster Dutroux niet expliciet vermeldt, is er een scène in 1998 waar de moeder kwaad is om de dochter omdat ze niet eens laat weten dat ze “niet ontvoerd, verkracht en voor dood achtergelaten is” wanneer ze met vriendinnen op weekend is). Ook een paar overdenkingen van Sarah als expat waren heel herkenbaar.
Ze betrapt zichzelf erop dat ze in het Nederlands aan het denken is. In geval van twijfel draait de wasmachine in haar hoofd een Nederlandstalig programma.
Enkel jammer voor de Coster dat op de flap staat dat “de Grote Vlaamse Roman niet dood is, want Saskia de Coster heeft hem net geschreven”. Mooie eer voor haar, maar teveel eer voor dit boek, dat nochtans best wel de moeite is en een paar rake zinnen bevat.
Ze blijft de beelden herhalen in haar hoofd tot er uit één dorre tak een heel boomhut gegroeid is, een immens bouwwerk dat nergens de grond raakt, maar gebaseerd is op één futiel detail en een hele stapel bedenkingen en bezwaren.
Bedank voor de tips, ik vind De Tweeling ee prachtig boek. Heb je de fiim al gezien?
Neen, nog niet gezien. Is die nog de moeite als je het boek al gelezen hebt?
Wow wat heb je veel gelezen, er zaten wel wat dunnen boeken in maar dan nog!! Waar haal jij die tijd of lees je zo snel? 😀
Ik zag ooit de film van de Tweeling. En de intrede van Christus in Brussel heb ik ook gelezen. Ik vond die best ok.
Ja, best ok omschrijft het inderdaad goed. Geen super Verhulst à la De helaasheid, maar wel leuk om te lezen.
En al dat lezen: combinatie van inderdaad vrij snel lezen met vorige maand veel tijd. Deels tijd die bedoeld was voor mijn thesis, maar daarvoor niet lukte (compleet blokkeren + panikeren en dus was lezen een goede afleiding), deels tijd door een paar langere treinritten en door vast te zitten met dat opgezwollen hand 🙂
Veel gelezen! Bij mij was juni één van de slechtste leesmaanden ooit. Hopelijk kan ik daar in juli verandering in brengen, maar verlof zal daar wel positief aan bijdragen.
‘De tweeling’ ligt ook al maanden op mijn nachtkastje, samen met heel wat andere (e-)boeken. Het wordt kiezen dus!
Jammer dat je in juni minder hebt kunnen lezen! Al gaan zo’n dingen altijd wat op en af, niet? In mei las ik amper één boek…
Veel plezier met kiezen alleszins 🙂 Ik kan De Tweeling alleszins aanraden, maar het hangt af van wat er nog op je nachtkastje ligt natuurlijk 😉
De tweeling heb ik voor mijn lijst gelezen. Dimitri Verhulst heb ik op mijn huidige lijst gezet, ben benieuwd. Je hebt flink gelezen trouwens!
Heb je al iets van Verhulst gelezen? Want ik vond dit een goed boek, maar het is zeker niet zijn beste, dus als je nog niets van hem las, zou ik eerder voor De helaasheid of Mevrouw Verona gaan 🙂
En ook: welkom! Fijn dat je hier meeleest 🙂
Wauw, juni was duidelijk een goede leesmaand voor je. Hier ligt het tempo een pak lager. Maar wie weet stijgt het volgende maand terug wat wanneer ik meedoen aan het tweede deel van een Harry Potter Readathon. In april deed ik mee aan de OWLS en nu zijn de NEWTS aan de beurt. Wel grappig om in de grote vakantie examens af te leggen. 🙂
Oh, zo tof voor jullie HP-fans dat er weer zo’n readathon is! Al snap ik de associatie dat het raar is om examens te doen in de grote vakantie wel; toen ik op Erasmus was, was ik rond deze tijd ook aan het studeren, omdat het semester daar anders valt dan in België. Voelde ook heel raar aan, al mijn medestudenten in België al aan het genieten van vakantie en ik nog aan het studeren 🙂 Zijn die NEWTS dan ook weer met beroepen? Of is het anders opgebouwd nu?
Ja, het gaat echt verder op de O.W.L.S. Het grootste verschil is dat je nu bij elk vak uit drie verschillende opdrachten kan kiezen. Naarmate ze moeilijker zijn stijgt je score. Vermits ik nog steeds Librarian wil worden moet ik voor drie specifieke vakken slagen en daar ook een bepaalde opdracht voor lezen. Hopelijk ligt mijn leestempo volgende maand wat hoger als nu. Dinsdag deel ik er een blogpost over.
Je hebt veel gelezen, amai!
Lezen is een van de dingen die mij rust kan geven en ik had er in juni zeer veel nood aan, dat helpt 😉