Gedicht
Voor de buurvrouw is alles nieuw:
het boek dat ze me vroeger voorlas, het uitzicht
uit haar raam, de hond naast haar op de bank.
Vandaag ontmoet ze mij weer voor het eerst
en zegt: ik ben zo moe vandaag. Waar is mijn bed?
Ze zoekt de stoep af, vraagt op straat.
Mijn hand verdwijnt in haar hand. Toch
volgt ze mij, verbaasd als haar sleutel past
op de deur van zomaar een huis zonder naam.
(Greetje Kruidhof)
ouch, zo heftig maar ook zo mooi en kwetsbaar en warm