Halve Klausenpassplog
In aanloop naar het Alpenbrevet, waarvoor Johan en ik respectievelijk drie en twee cols over moeten geraken, besloten we om een stevige training te voorzien. ’s Ochtends trokken we richting Näfels, waar we verwelkomd werden door een kleine vliegtuigformatie…
Vanuit dat dorpje startten we samen voor een opwarming van 25km tot aan de Klausenpass. Aan de voet splitsten we: Johan klimt niet alleen veel sneller dan mij, maar had ook een grote lus van 140km voorzien waarbij hij na de Klausenpass nog de Pragelpass zou beklimmen.
Mijn plannen waren iets minder ambitieus: ik zou tot de top van de Klausenpass rijden, maar daar omdraaien en langs dezelfde weg terugkeren. Jullie horen het al aan de voorwaardelijke wijs: mijn dag verliep niet echt zoals gepland…
Na amper een paar kilometer begon ik het al heel lastig te krijgen: mijn benen voelden aan alsof er geen greintje kracht meer in zat. Aangezien er maar geen einde leek te komen aan de percentages van 7 à 8% (zwaar!), zocht ik een plekje in de schaduw op om even te bekomen en wat energie bij te tanken.
Dat hielp gelukkig wel wat, dus na een kwartiertje reed ik verder. Vanaf de tiende kilometer zaten er vijf plattere kilometers in, die niet alleen wat rust, maar ook een fantastisch zicht boden.
Deze hoogvallei, Urnerboden, is met 8km lengte de grootste alpenweide van Zwitserland. En ja, in een alpenweide horen uiteraard ook koeien-met-bellen thuis.
Jammer genoeg bleken noch de mooie omgeving, noch de plattere kilometers echt soelaas te bieden, waardoor ik bij het begin van het tweede sterk stijgende deel van de klim besliste rechtsomkeer te maken. Weliswaar pas na eerst nog een kwartier in de graskant te zitten twijfelen, want opgeven op een klim, dat heb ik nog nooit moeten doen en was dus toch een beetje pijnlijk. Maar bon ja, als je lichaam aangeeft dat het niet gaat, dan gaat het niet…
Klein voordeel van terugkeren was dan weer dat ik even tijd kon nemen om te stoppen bij een dorpsfeest. Het is op de foto niet echt te zien, maar een aantal mannen waren aan het schwingen en dat blijkt – zo leerde het internet mij achteraf – een soort worstelen te zijn, waarbij de deelnemers jutten broeken dragen en met één hand de broek van de tegenstander moeten vasthouden, terwijl ze hem moeten vloeren. Rare Zwitsers…
Daarna was het tijd om de afdaling in te zetten. In deze bocht liep het echter mis: was het vermoeidheid, was het verstrooidheid… geen idee, maar in elk geval vergat ik mijn pedalen juist te houden (ofte: pedaal aan de binnenkant van de bocht – in dit geval de linker – naar boven) en raakte ik met mijn linkerpedaal de grond. Ik verloor uiteraard de controle over mijn fiets, waardoor ik tegen de grond smakte.
Uiteindelijk bleek het allemaal nog wel mee te vallen en hield ik er niet meer dan schaafwonden aan over, maar het was desondanks serieus schrikken. Achteraf besefte ik ook dat ik voor het eerst bij een val niet als eerste mijn fiets, maar wel mijzelf checkte… duidelijk een teken dat het een zwaardere val was dan ik gewoon ben 🙂
Ondanks dat het “maar” schaafwonden waren, zag ik het niet zitten om nog verder te rijden (achteraf bekeken had dat ook niet gekund, want mijn versnellingen zaten volledig geblokkeerd en mijn stuur was helemaal scheefgetrokken). Een telefoontje naar Johan leerde mij dat hij net op het verste punt van zijn tocht zat, dus op hem wachten was niet echt de meest ideale optie. Lang leve behulpzame Zwitsers echter, want na de twee motards die onmiddellijk na mijn val stopten en checkten of ik geen erge verwondingen, hersenschudding (duusd hartjes voor mijn helm in deze!) of dergelijke had opgelopen, stopte al meteen de eerste auto toen ik begon te liften. Die mensen brachten mij niet alleen terug naar onze auto 30km verderop, maar legden ook mijn fiets erin. Zooo content met hun hulp! In het toilet van een winkeltje vlakbij kon ik voor het eerst deftig mijn schaafwonden en kapotte kleding bekijken, wat toch wel een zeer uitzonderlijke selfie waard was 😉
Alle wonden oppervlakkig schoonmaken, iets eten en drinken en wat uitrusten later, reed ik naar de Klöntalersee, waar ik met Johan had afgesproken om hem nog wat extra kilometers te besparen (en no worries, had ik mij te slecht gevoeld, hij zou uiteraard tot aan ons startpunt gereden zijn). Dat bleek een heel mooi plekje te zijn: ideaal om rustig wat te lezen in mijn boek.
Johan kwam al even kapot – maar dan gelukkig enkel in de figuurlijke zin – toe van zijn rit: de Pragelpass die hij op het einde nog voor de wielen geschoven kreeg, bleek lichtelijk dodelijk qua percentages (met dank aan mijn broer, die hem de rit aanraadde na zelf half gestorven te zijn op die klim 😉 ). Die twee hebben mekaar echt wel gevonden in om ter zotst sporten…
We vonden dan ook dat we allebei wel genoeg afgezien hadden om een ijsje te verdienen. Al is het in dit geval wat lastig om dat woord verplicht in zijn verkleinvorm te moeten gebruiken, want met drie bollen én slagroom én chocoladesaus, was het nu niet bepaald een ijs”je”. Maar lekker, mmm 😉
Laten we het er maar op houden dat het een dubbel dagje qua gevoelens en ervaringen was!
Om te vergeten:
- Het geluid en gevoel van mijn gezicht dat over de grond schuurde. Ook al heb ik geen te erge schrik opgedaan (ik ben de week erna al terug op mijn fiets gekropen voor een korte klim én afdaling) en was de schaafwonde op mijn gezicht de minst erge, dat geluid, brrrrr, ik hoor het nu nog…
Om te onthouden:
- De Zwitsers! Want ook al doen ze aan rare sporten, ze zijn vooral heel erg behulpzaam.
- Ik ben er heel goed vanaf gekomen: iets meer naar rechts neerkomen en ik had 20m lager kunnen liggen, iets anders vallen en ik had misschien iets gebroken…
- Lang leve mijn helm! Ik heb hem ondertussen vervangen, want aangezien ik duidelijk op mijn hoofd terechtgekomen ben, is de kans te groot dat hij niet meer voldoende stevigheid biedt. Maar hey, liever een nieuwe helm moeten kopen dan mogelijks een kapot hoofd.
- Binnenpedaal al-tijd naar boven houden in een scherpe bocht! Want ja, ik wilde wel eens weten hoe plat ik ga in een bocht, maar om nu op deze manier te beseffen dat ik blijkbaar zo plat ga liggen dat mijn pedaal tegen de grond komt, nope, dat was nu ook weer niet nodig.
- Johans uitspraak dat “dit echt wel de mooiste dag van het jaar geweest is he tot nu toe”. Hij had het weliswaar over het weer, maar euhm ja, ik kon toch niet echt helemaal akkoord gaan 😉
Brrr, die val klinkt echt eng! Gelukkig ben je er al bij al goed vanaf gekomen. Prachtige foto’s trouwens, wat een uitzicht!
Merci, we willen er graag ook eens gaan wandelen, want ’t is er inderdaad prachtig!
Gelukkig ben je er met wat schaafwonden vanaf gekomen. Maar auch.. met je gezicht over de grond schuren.. dat klinkt wel gruwelijk.
Veel succes nog met de voorbereidingen voor het Alpenbrevet!
Ja, ’t is ergens stom omdat de schaafwonde op mijn gezicht helemaal niet erg was, maar toch was dat het meest vieze van die hele val. ’t Is toch je gezicht he, dat is al zo dicht bij je hersenen (en dus alles wat daar mis mee kan gaan).
En het Alpenbrevet is ondertussen al gereden, ik loop wat achter met schrijven 🙂 Serieus afgezien, maar het – tegen de verwachting in – wel gehaald, jeeej 🙂
Maar allee, je doet me lachen met jullie droge uitspraken op het einde, van “ik wilde wel eens weten hoe plat ik ga in een bocht” en “dit echt wel de mooiste dag van het jaar geweest is”, maar ik had ook kippenvel over je beschrijving van je val. Dat had inderdaad anders kunnen eindigen, maar end goed al goed! Hopelijk waren de schaafwonden niet te pijnlijk… Maar, goed ook dat je geen schrik opgedaan hebt en al opnieuw een afdaling hebt gedaan!
En ook, wat wonen jullie daar toch mooi!
🙂 Dat is ook zo’n beetje hoe onze dag was: beetje kippenvel, maar gelukkig ook veel lachen. Toen Johan die uitspraak deed, we hebben echt efkes platgelegen.
Het echte schoonmaken was heel pijnlijk, maar uiteindelijk viel het wel mee. Heb er zo goed mogelijk mee proberen bewegen, om te vermijden dat alles zou gaan tegen trekken.
En: altijd welkom om “ons” mooi land te ontdekken hoor!
Oei, dat ziet er heftig uit zeg, je schaafsels. Maar verder prachtige foto’s.
Uiteindelijk bleken enkel die op mijn knieën iets dieper, de schaafwonde op mijn gezicht was – gelukkig! – maar heel oppervlakkig. Ik zal er waarschijnlijk wel wat littekens aan overhouden, maar dat is het minste 🙂
Prachtige natuur daar! Ouch! De foto’s van de valpartij ben ik even snel voorbij gescrold brrrr. Hopelijk al wat aan de beterhand.
Oeps, sorry! Had gehoopt dat de foto’s nog voldoende meevielen qua “horrorfactor” 🙂
Ondertussen blijven er gelukkig niet meer dan wat roze littekens over!
Oei, Haaike! Ik was aan het begin nog aan het denken dat jullie daar echt wel prachtige uitzichten hebben tijdens het trainen en dat is natuurlijk nog steeds zo. Maar zo’n valpartij in een afdaling is dan weer minder interessant natuurlijk. Hopelijk heb je nadien niet teveel last gehad van het vallen.
Gelukkig niet zoveel! Wel even niet kunnen zwemmen en lopen, het ene omdat het de wondes te vochtig maakte, het andere omdat de schokken teveel pijn deden. Maar ja, als het maar dat is… 🙂
Amai Haaike, knap dat je direct weer verder fietste en vooral blij dat het niet erger was! Een goede helm is echt wel goud waard bij zo’n valpartij. Veel beterschap nog!
Ja absoluut! Ik durfde vroeger mijn helm al eens te “vergeten”, niet zozeer omwille van de look, maar omdat ik dat echt niet comfortabel vond zitten. Tegenwoordig rij ik gelukkig nooit zonder als ik ga fietsen (tenzij met mijn gewone fiets naar het station of de winkel; dat is nog een werkpuntje) en daar was ik die dag heel blij om!
Amai zeg! In jouw mailtje liet je uitschijnen dat je verwondingen wel meevielen, maar als ik dat zo zie, was dat toch een serieuze smak. Goed dat je snel weer op de fiets klom, dan kan er geen grote angst insluipen. Wel héél mooie foto’s van de omgeving 🙂
Goh ja, de smak zelf was inderdaad wel serieus, maar de verwondingen vallen uiteindelijk wel mee vind ik (wetende dat het evengoed een breuk ofzo had kunnen zijn).
En ik besef nu dat ik door de verhuis helemaal vergeten ben om nog te antwoorden! Komt eraan 🙂
Oei seg! Ik kom hier nu even voorbij en het ergste leed zal dus al wel geleden zijn, maar het is toch even schrikken als je de foto’s ziet! En het mogen dan wel ‘maar’ schaafwonden zijn, die zijn vaak nog pijnlijker dan iets dat echt hard bloedt, vind ik.
Hopelijk geneest het allemaal vlot!
Ja, tegenover iets dat echt hard bloed zijn schaafwonden inderdaad vaak nog pijnlijker. Zeker dat tegentrekken eens ze toegroeien, auwtch! Maar in vergelijking met een breuk ofzo, zijn het toch “maar” schaafwonden 🙂 En ondertussen is er bijna niets meer van te zien, dus ze zijn gelukkig vlot genezen (en vlotter dan ik verwacht had)!
Wel straf dat ge naar uzelf/uw lichaam kunt luisteren. Dat is nog veel belangrijker dan een col kunnen opfietsen 🙂
Auw die val ziet er vreselijk uit!!!! Ik zou niet meer op de fiets durven stappen; nu ja ik heb sowieso al schrik in afdalingen…
Er is nog verbetering mogelijk bij dat “naar mijn lichaam luisteren”, maar inderdaad, ben wel blij dat ik niet de koppigaard heb uitgehangen 🙂
Ik heb eigenlijk ook lang schrik gehad in afdalingen, maar heb dan ooit mijn vader zien afdalen en toen de klik gemaakt. Vandaar dat ik nu ook zo snel mogelijk terug wilde fietsen, ik weet hoe het is om met schrik af te dalen en daar wilde ik niet meer terug naar toe 🙂 Wat niet wegneemt dat ik desondanks – maar logischerwijs – wel trager afdaal momenteel.