Hit & Run (2)

Deel twee van de Hit & Run-vragenlijst (hier deel 1), nog steeds naar een idee van bij Kathleen, die het bij Kleine Atlas las en aangevuld met vragen van bij Tiny.

Wat wou u later worden als kind?
Lerares.

Wat is het dichtste dat u ooit bij de dood bent geweest?
De eerste nacht van dit jaar.

Wat is uw favoriete boek?
Datgene waar ik compleet in kan verdwijnen (want teveel titels om er eentje uit te kiezen 😉).

Wat is uw favoriete geur?
Goh, ook weer zo moeilijk kiezen. Versgemaaid gras dan maar, dat ruikt altijd lekker.

Waar zou u nu het liefst willen zijn?

Wat is de ergste job die u ooit hebt gedaan?
Qua stress: de huidige.
Qua inhoud: een gigantische lijst in een literatuurprogramma ingeven. Vrij hersendodend. Maar nu ook weer niet zo dramatisch dat ik het echt als een “erge” job zou omschrijven 🙂

Wat is uw dierbaarste bezit?
Mijn gezondheid. En toch zorg ik er niet goed voor.

Wat is uw favoriete zintuig?
Dat wisselt al naargelang waar ik mij bevind.

Wat is uw foutste guilty pleasure?
Kijken naar uitgedoste koninginnen of prinsessen met sjieke jurken en tiara’s. Verder heb ik absoluut niets met koningshuizen (zo’n achterhaald concept!), maar ik kijk dus wel graag naar wat ze dragen.

Wat is uw grootste angst?
Al heel mijn leven: doodgaan.
Op dit moment specifiek: dat ik foute keuzes ga maken op jobgebied (en wat ik daardoor mogelijks ook kan kwijtraken).

Wat is uw meest onhebbelijke karaktertrek?
Goh, vraag je dat niet beter aan de mensen rondom mij? Dat ik soms te koppig ben?

Wat is uw vroegste herinnering?
Lopen op de open houten veranda van een huisje in de Ardennen. Ik was toen ongeveer drie jaar, wat mijn moeder en grootmoeder op basis van mijn beschrijving van het huisje konden zeggen 🙂

Wat maakt u ongelukkig?
Dat ik zo slecht om kan met de werkeisen die – op zijn minst in de privé – vaak gesteld worden in die gebieden waar ik voor gestudeerd heb en inhoudelijk graag in werk.

Wat was de beste kus van uw leven?
Euh, is dat nu heel raar dat ik er niet één specifieke heb? Goed gekust heb ik gelukkig al wel, maar er ééntje uitkiezen… geen idee.

Wat was uw grootste teleurstelling?
Dat ik als puber te weinig tegen mijn ouders durfde in te gaan toen ze niet wilden dat ik professioneel zou proberen wielrennen. Niet dat ik het daarom ver geschopt zou hebben, maar als er één ding is waar ik nog steeds gigantisch veel spijt van heb dat ik het niet op zijn minst geprobeerd heb, dan dat wel.

Wie of wat is de liefde van uw leven?
Wie: Johan.
Wat: fietsen.

Wat was uw meest beschamende moment?
Door blaasproblemen het toilet niet halen en een deel van een winkel doormoeten met een natte broek. Ik had een lange jas aan, dus vermoedelijk heeft niet eens iemand het gemerkt, maar toch.

Wat was vandaag uw eerste gedachte?
Ugh, ik heb geen zin om naar het werk te gaan.

Welke eigenschap stoort u het meest bij anderen?
Oogkleppen dragen.

Wie moet u spelen in de film van uw leven?
Naar ’t schijnt lijk ik op Kate Winslet (ik zie het nog steeds niet, maar soit, ik ga ook niet klagen) en die kan ook nog eens een stukje acteren. Ideale keuze, lijkt mij.

Welke levende persoon bewondert u het meest en waarom?
Mijn broer. Die doet dat goed, het leven.

Welke stopwoorden en –zinnetjes gebruikt u te veel?
Aleja.

Wie mag aanschuiven aan uw droomdiner?
Mijn familie.
Als het zotter moet dan dat, mogen Herman De Coninck, Meryl Streep, Nick Cave, Justine Henin en Alain de Botton ook mee aan tafel.

Wat zou uw superkracht zijn als vleesgeworden stripheld?
Verwondering.

Hoe wilt u herinnerd worden?
Als iemand die met goesting geleefd heeft.