Inventariseren in detail
Via Gerhilde las ik over de 30 dagen, 30 details-challenge van Madame Stof. Een heel leuk idee, alleen zag ik het niet zitten om helemaal mee te doen. Om meerdere redenen eigenlijk: ik neem weliswaar elke dag een foto, maar wil daar niet teveel regeltjes aan vasthangen, ik doe deze maand al mee aan een aantal challenges en (minder problematisch) ik heb geen Instagram. Maar ik wilde wel iets doen met het idee. Aangezien ik de afgelopen week twee dagen rondzwierf in een dorpje in het kanton Schaffhausen om er de gebouweninventaris te controleren, neem ik jullie mee op stap in 10 details.
De kerk leek van op verre afstand een mooie hoekafwerking in grijze steen te hebben. Bleek dat even tegen te vallen toen we er vlakbij stonden: ’t is vooral een mooie schildering in grijs (neemt niet weg dat die steen er misschien wel onder zit).
Om schilderingen te spotten, moet een mens zijn hoofd trouwens alle kanten opdraaien: op de gevels, langs deuren en ramen of – zoals hier – onder de dakrand.
Ze zijn hier in Zwitserland trouwens wel fan van het fenomeen “geef je huis een naam”. Van een “Ons lieflijk nestje”, zoals je ze in België soms ook tegenkomt, word ik niet bepaald warm; dit “eenzame” gebouw echter, vind ik best wel poëtisch. Al weet ik niet of ik er per se wil wonen 😉
Best wel praktisch bij zo’n inventariscontrole zijn trouwens de bouw- of renovatiedata die op de gevel aangeduid worden.
Al moet je daar wel mee opletten: een “1795” boven een deur impliceert niet meteen dat het hele gebouw nog van dan dateert. Realistischer is meestal dat die ene deurstijl nog origineel is, maar de rest ondertussen verbouwd werd (zeker binnenin, maar dat moesten wij dit keer niet bekijken). Of dan heb je ook de sloebers die op hun gevel referentie maken naar andere gebouwen, zoals deze, die ogenschijnlijk laat weten dat hij van 1515 tot 1871 het oude Gemeentehuis was. Archiefonderzoek wijst echter uit dat dat gemeentehuis inderdaad in 1515 werd gebouwd, maar in 1871 werd afgebroken. Een hommage dus, geen datering van dit gebouw zelf.
Zo’n controle ter plaatse is op veel gebieden interessant en leerrijk, maar de hoofdprijs ging dit keer toch naar de vakwerkbouw. Waar mijn collega’s spontaan uitspraken doen als “dit vakwerk is duidelijk 19e eeuws en dit hier dateert duidelijk van voor de 18e eeuw”, zorgde dat bij mij vooral voor veel gefrons en gevraag. België staat namelijk niet echt bekend om zijn vakwerkbouw, waardoor mijn kennis daarvan quasi tot nul te herleiden is. Maar kijk, beetje bij beetje komt daar verandering in en word ik meteen ook nuttiger voor de Zwitserse “wij houden van vakwerkbouw” arbeidsmarkt.
Deze gebogen balk bijvoorbeeld blijkt typisch van voor de 18e eeuw te zijn. Erna was er immers minder eikenhout beschikbaar voor de bouw (en zo’n bogen zijn typisch in eik gemaakt) en veranderde de vakwerkmode: van wat rommeliger en af en toe gebogen naar rechter en symmetrischer.
Wel herkenbaar (Vleeshuis-in-Antwerpen-memories) waren de symbooltjes op de balken: een teken dat de bouwers aanbrachten om te weten welke balk waar een plaatsje moest krijgen. Het durft al wel eens een serieuze puzzel te worden anders!
Bouwhistorisch totaal onbelangrijk, maar wel grappig: het huis met de luiken waarvan de afwatering de verkeerde kant oploopt, met als gevolg dat de luiken ook in gesloten toestand een beetje open lijken te staan.
Heel schattig vond ik deze luikjes, al concentreerden we ons net iets minder op de hartjes als wel op het feit dat het ene luikje twee delen heeft die naar links en rechts opendraaien en het andere maar eentje dat naar boven open gaat.
Minder schattig is de nok van dit huis, die het blijkbaar niet meer helemaal ziet zitten. Ach ja, ik zou ook triestig worden van de aanbouw die voor het huis geplaatst werd…
En tot slot, eentje die op zich niets met de gebouwen te maken heeft, maar wel een constante is bij ongeveer elk onderzoek in situ: spinnetjes. Al doe ik deze een beetje oneer aan met dat verkleinwoord, want ’t was eigenlijk wel een kanjer. Hij blokkeerde met zijn web ongeveer een hele deur en dat allemaal om wat in het zonnetje te kunnen zitten, tsss 😉
Daar heb je iets leuks mee gedaan, met die challenge!
Merci! En bedankt voor de inspiratie, want zonder jouw blogje was ik niet op de challenge terecht gekomen 🙂
luikjeshuisjes zijn ook altijd mijn favoriet!
Leuk om daar de variatie in te zien he! Al moet ik er toch niet meteen zelf aan mijn huis hebben 🙂
Interessant werk heb je! Huizen met een naam of een (foute) datum, het is een verhaal op zich.
Inderdaad, grappig ook om te zien waar mensen zich op inspireren om een naam te kiezen of hoe een specifieke functie of locatie al genoeg kan zijn (in het dorpje uit deze blog is er bijvoorbeeld ook een “huis bij de slager” en een “huis bij het kruispunt”).
Ons huis heeft ook een naam “villa Edelweiss”. Toen we verhuisden vroeg iedereen wat we met de naam gingen doen. Het is dus niet verwijderd of Villa huppeldepup geworden. Villa Edelweiss (al dan niet als “Edelwijs” uitgesproken) is het gebleven.
Maar leuke blogpost … tof als er zo’n speciale interesse in een blogpost zit
Hehe, de vorige eigenaar van jullie huis was blijkbaar een Alpenliefhebber. Zelf zou ik nooit een naam aan mijn huis geven, maar bij een verhuis waar er al een naam is, zou ik hem ook niet per se weghalen, beetje afhankelijk van de reden van de naam.
ieuwwww een kleine waarschuwing als er spinnenfoto’s aankomen graag 0:-)
Heel leuk om op deze manier eens te kunnen meepiepen op je werk!
Oeps! Het stomme is dat ik eerst van plan was om te verwittigen (daarom ook dat de spinnenfoto helemaal achteraan staat), maar blijkbaar ben ik het tijdens het schrijven toch weer vergeten 🙂