Week 2014/31

Maandag ging ik een toertje lopen en toen ik ongeveer halfweg mijn route een half uur gelopen had en het eigenlijk wel goed ging, besloot ik te proberen het uur te halen. Tegen dat ik terug thuis toekwam, zat ik aan 55 minuten en begon mijn dijbeen een beetje pijn te doen. Maar zeg nu zelf, die 5 minuten laten liggen zou toch eigenlijk wel stom geweest zijn, niet? Nog even doorgebeten, blokje rond et voilà, 1u en 8km gelopen! En ja, ik ben daar best wel trots op eigenlijk 🙂

Le petit requin

Vrijdag 1 augustus is nationale feestdag hier in Zwitserland en dus staan er aan verschillende grootwarenhuizen standjes met vuurwerk. Zo ook aan de Lidl om de hoek, maar daar zijn ze blijkbaar niet gerust in het gezond verstand van mensen. Want serieus, hoeveel mensen kopen er vuurwerk en gaan daar dan gezellig mee winkelen?

Le petit requin

Aangezien Johan nog een paar verjaardagscadeautjes te goed had, maakte ik daar dit weekend werk van. Vrijdag stond de beloofde wandeling op de planning, waarbij het oorspronkelijke Ardennenidee (jup, de lijst werd gemaakt voor de laten-we-naar-Zwitserland-verhuizenbeslissing) werd vervangen door wat ze hier lichtelijk overdreven de Zwitserse Grand Canyon noemen: de Ruinaulta.
Jammergenoeg was het nogal str*ntweer, hoewel er eigenlijk – zeker in de voormiddag – heel mooi weer voorspeld was. We vertrokken thuis ook effectief met mooi weer, maar onderweg begon het grijzer en grijzer te worden en tegen dat we aan de wandeling begonnen, was het aan het regenen. Jammer genoeg hield het ook echt niet op, waardoor we op een gegeven moment teruggekeerd zijn en in plaats van de geplande 7u maar 2,5u wandelden. Nu ja, ik zeg “maar” 2,5u, maar gezien de regen (en de eigenlijk wel veel lastigere route dan verwacht), was dat best wel ok. En je zult het dan zien natuurlijk, tegen dat we aan de auto waren, stopte het met regen.

Ruinaulta (Le petit requin)

Echt veel goesting om opnieuw te vertrekken, hadden we op dat moment niet meer, maar we wilden wel nog naar de Caumasee rijden, een nabijgelegen meer waar we normaalgezien tijdens de wandeling zouden passeren. Ongelooflijk maar waar, tegen dat we daar waren met de auto, was er geen wolkje meer aan de hemel te zien en konden we dan toch nog de regenjasjes wisselen voor zonnecrème! De Caumasee is een vrij toeristische plek (maar geef die toeristen maar eens ongelijk!), al kwam de massa pas op gang tegen dat wij weer vertrokken. Pluspuntje voor het regenweer 🙂 Johan nam een duik in het water; voor mij was het toch iets te koud.

Le petit requin

Omdat het de nationale feestdag was, waren overigens zowel de toegang als de peddelbootjes op het meer gratis en dus hebben we daar ook maar van geprofiteerd. Toeristen jong, wijle!

Le petit requin

Zaterdag gingen we plantjes kopen voor op het terras, onder andere in het vlakbijgelegen tuincentrum, waar ook een tijdelijke tropische vlindertuin was aangelegd.

Le petit requin

We schrokken opnieuw van de Zwitserse prijzen, ik bedoel maar, 5 euro voor één minuscuul petuniaatje! De hoeveelheid aangekochte planten bleef dus nog vrij beperkt; we zullen wel wat plantjes importeren vanuit België 🙂

Le petit requin

’s Avonds kon ik eindelijk de stiekem aangekochte barbecue bovenhalen voor verrassing deel twee. Het oorspronkelijke idee om ons te installeren aan de rivieroever werd geschrapt door de zeer donkere (en iets later ook stortbuien genererende) wolken. Op het terras dus en man, ’t heeft gesmaakt (de foto is overigens helemaal op het einde getrokken, ’t is niet dat we een barbecue aansteken voor één kip- en één veggiebrochette).

Le petit requin

Zondag was het tijd voor deel drie: een bezoekje aan de thermen. Hier stonden oorspronkelijk de Thermae in Grimbergen gepland, maar dat werd dus het Thermalbad in Zürich 🙂 . Thermen betekent hier overigens echt wel thermen en niet een mix van stoombaden en sauna’s. Een beetje jammer, want wij doen ook wel graag sauna’s, maar desondanks was het wel de moeite. De omgeving was ook super: de thermen bevinden zich in (een deel van) de gebouwen van de voormalige brouwerij Hürlimann. In de kelders baad je onder 100 jaar oude bak- en natuurstenen gewelven. En ja, ik word daar blij van, gerestaureerd/gerenoveerd industrieel erfgoed! Deden ze daar in België ook maar vaker iets mee…
Omdat het (uiteraard) verboden was om binnen foto’s te nemen, verwijs ik jullie voor een blik binnenin door naar de website van de thermen.

Hürlimann-Areal (Le petit requin)

4 reacties

    • ’t Is supermooi daar, maar het water is echt héél koud (kouder dan het meer van Zürich). Ik geraakte er gewoon niet in, mijn tenen bevroren al, gewoon van mijn voeten in het water te steken 🙂

  1. Aaaah nergens is het water zo mooi appelblauwzeegroen he 🙂 Die plek kende ik nog niet, ik noteer in het in mijn achterhoofd, voor als we ooit nog eens terug naar la belle Suisse gaan!

    • Zeker doen! ’t Is heel anders dan hogerop in de bergen, maar ook de moeite! Als het echt de ganse dag mooi weer is, denk ik dat het aan dat meer wel héél toeristisch zal zijn (en normaal moet je ook ingang betalen). Neemt niet weg dat het desondanks een aanrader is 🙂