5 dingen die geweldig zijn aan België
Zo verhuizen naar het buitenland, dat is een fantastische ervaring, eentje waarbij ik ook merk dat ik best wel makkelijk kan “aarden” op een andere plek. Desondanks zijn er uiteraard ook dingen die ik (soms) mis. Een lijstje in – op het eerste puntje na – willekeurige volgorde:
1. Familie & vrienden
De meest evidente waarschijnlijk en ook de moeilijkste. We hebben nog veel contact met het thuisfront, maar een afgesproken Skypesessie is natuurlijk nog iets anders dan eventjes binnen springen, eens bellen of elkaar in het echt zien. Met mijn broer chat ik tussendoor wel nog regelmatig en gelukkig maar, want hij is zonder twijfel een van degenen die ik het meeste mis. Het wringt soms, wanneer ik bijvoorbeeld zie dat hij het wat moeilijker heeft met dingen, dat ik dan hier zit en enkel door een schermpje wat kan helpen i.p.v. daar te zijn.
Gelukkig wonen we al bij al nog dicht bij België en gaan we regelmatig terug!
2. De prijzen
Zolang ik in België woonde, vond ik het leven daar vrij gemiddeld van prijs. Tot we dus hier kwamen wonen en geconfronteerd werden met de Zwitserse levenskost. Om even een idee te geven: wij betalen ongeveer 500 CHF (ofte dus 500 euro) ziekteverzekering per maand (ja ja, niet per jaar, per maand!). Huurprijzen, boodschappen… alles is hier zoveel duurder. Op zich is dat natuurlijk geen probleem, want de lonen liggen gelukkig ook hoger, maar soms is het wel schrikken. Het heeft echter ook als voordeel dat België nu spotgoedkoop geworden is 🙂
3. Vrouwenemancipatie
’t Is niet dat het hier verschrikkelijk slecht gesteld is met vrouwenrechten (al hebben ze hier nog maar sinds de jaren ’70 vrouwenstemrecht), maar ik merk toch wel duidelijk verschil. Doordat onder andere kinderopvang hier verschrikkelijk duur is (fulltime opvang kost ongeveer 3000 CHF per maand), zijn er een pak meer vrouwen die thuis blijven voor de kinderen. Geen probleem daarmee, zolang het maar een vrijwillige keuze is en niet vanuit een idee dat het nu eenmaal maar de vrouw moet zijn die een stap terug zet en voor de kinderen zorgt. Op dat gebied voelt het hier soms zoals het 20-30 jaar geleden waarschijnlijk in België was.
Wanneer ik met Zwitsers praat over de zoektocht naar werk, doen die daar soms ook heel laconiek over. Want ja, Johan verdient toch genoeg voor ons beiden, dus waarom heb ik eigenlijk werk nodig? Euhm ja, hallo?! Misschien omdat ik dat ook gewoon wil en omdat ik – hoe graag ik Johan ook zie – niet afhankelijk wil zijn van wie dan ook.
Er is in België zonder twijfel nog werk aan de winkel, maar het traditionele rollenpatroon is er toch echt wel al meer doorbroken.
4. Brussel
Die stad heeft mijn hart gestolen en ik voelde mij daar heel erg thuis. Zürich is ook een heel leuke stad, maar op dit moment kan ze nog niet op tegen Brussel. Dat is natuurlijk ook wel omdat ik ze nog niet zo goed ken: in Brussel had ik mijn favoriete restaurants, mijn favoriete boekenwinkel, mijn favoriete straten… en dat is hier tot nu toe nog niet het geval, al ga ik er vanuit dat dat wel nog zal komen, ik kende al die dingen in Brussel ook niet op één dag natuurlijk 🙂
Wat ook anders is: Zürich is heel internationaal (20% van de bevolking hier in Zwitserland zijn buitenlanders) en het is zalig om net zoals in Brussel zoveel talen op straat te horen. En toch, toch komt Brussel diverser over. Zürich is – om het cru uit te drukken – “blank internationaal”: je hoort de verschillende nationaliteiten wel als je over straat loopt, maar je ziet het bijna niet. Als ik in Brussel ben, kan ik zo blij worden van al die kleur op straat!
5. Eten
De Zwitserse chocolade kan uiteraard niet tippen aan de Belgische 😉 Desondanks is dat nog het minste, want chocolade kan je meenemen. Dat is al een pak lastiger met dingen als gehakt (niet zo lekker gekruid) of américain (gewoon onbestaande), die echt een delicatesse geworden zijn. Zwitserland is op dat gebied wel geen primeur; ook in Duitsland had ik datzelfde “probleem”: toen ik terugkwam van Erasmus en mijn moeder vroeg wat ik wilde eten, was dat dan ook zonder enige twijfel een sandwich met américain 🙂
Gemis bestaat dus soms ook uit heel onnozele, kleine dingen!
Voor wie nu denkt dat ik België keihard mis en terug wil: dat is echt niet het geval; bovenstaande dingen kan ik missen, maar echt heimwee krijg ik er zelden door (op puntje 1 na dan). Zwitserland heeft dan ook minstens evenveel geweldige dingen, maar die hou ik voor een volgend blogje 🙂
Zo leren wij ook eens wat bij over ons eigen landje. 🙂
Hehe, de meeste dingen zijn waarschijnlijk niet echt verrassend, maar ik merk dat ik soms pas bij dingen stilsta eens ik ze niet meer heb.
Tof dat je voor de achtergebleven lezers laat weten dat in België blijven wonen ook zo slecht niet is, hihi.
Hahaha, ’t was nu niet de bedoeling om jullie het gevoel te geven dat het daar anders slecht zou zijn hoor! 🙂
Fijne blogpost! Ik kon België ook veel meer waarderen na mijn Erasmus. Ik wist niet dat de Zwitsers zo conservatief waren, interessant. Succes nog met de job zoektocht!
Ja, ze zijn gemiddeld genomen vrij rechts en conservatief. Gelukkig valt dat hier meestal wel mee, omdat wij in Zürich wonen; hoe meer in de bergen, hoe “erger” naar het schijnt 🙂
En ’t is inderdaad vooral dat: door eens weg te gaan, kan je juist bepaalde dingen meer waarderen (of minder natuurlijk, want de treinen mis ik bijvoorbeeld niet 😉
Ik zou het met puntje 1 ook het moeilijkst hebben… en puntje 5 want ge weet het intussen, ik ben een gehakt-addict. En Lays-chips paprikasmaak, verdoeme, daar kan die Zwitserse brol echt niet aan tippen.
Haha, awel, ik moet nu zeggen, wij eten eigenlijk heel weinig chips, maar toen hier vrienden op bezoek waren twee weken geleden kochten we een paar zakjes, waaronder eentje met paprikasmaak. En effectief, ik had toen ook zoiets van “wat is dees jong?”. Niet slecht, maar nope, geen échte paprikasmaak 🙂