Gedicht: De berg

als ik aan de berg denk, droom ik van de vlag
en de stok die ik de sneeuw in plant.

aan de voet van de berg meet ik op het zicht
hoe hoog hij is, waar het steilst, wat de klim van me vergt.

ik zie zo hoe ik het snelst naar de top kom.
in een mum van tijd klamp ik me vast aan sterk touw,
kust mijn neus de wand van de berg.

het deert me niet dat de rots schuurt en mijn huid schaaft.
ik wil en ik zal. ik glijd niet weg, flik het,
bijt me vast. ik wil en ik zal.

al moet ik door een hoop sneeuw, ik vecht me naar de top.
eens ik op de top van de berg sta, zie ik de berg niet meer.


(David Troch, Voor jou wou ik een huis zijn)

4 reacties

  1. Mooi hè? Ik heb deze dichtbundel onlangs ook gelezen 😊 (mijn favorietje daaruit was: “ik noem je licht”)
    Zo bijzonder ook dat hij zijn gedichten vormt met enkel eenlettergrepige woorden.
    Fijn weekend 😘

    • Ah, jouw favoriete gedicht uit die bundel ga ik eens opzoeken dan. Of meteen de hele bundel, want die las ik nog niet; ik ben dit gedicht toevallig ergens tegengekomen. Fijn dus om te horen dat er nog meer moois in zit!

    • Haha, superpraktisch antwoord datte :’-)
      Je hebt natuurlijk wel gelijk, al werkt een berg vanop de top naar beneden toch heel anders dan vanaf de voet naar boven. Nu, ik interpreteer het ook als “eens iets gelukt is, vergeet je het werk dat er voor nodig was”.