Gedicht: Huiselijke aubade

Nog
En nog
En nog
Ben jij mijn liefste.
Dag en nacht en dag
Ben jij mijn liefste
Tot vervelens toe.

Ik hoor je slapen, ik hoor
In de ochtend je slaap
Zijn ogen opendoen.
Licht loopt op kousenvoeten
Door de kamer, gaat
De trap af, dekt
De tafel met trage ovalen.

Gerinkel en koffie beklimmen
Het trapgat en roepen.
Ik slaap nog wat na
In je afdruk, zink weg
In je diepdruk, verdwijn
In die vormvaste leegte.
Ik slaap op de wijze van jou.

En het zingt in mijn slaap
En je zingt het mij na, ja
Nog en nog en nog
Ben jij mijn liefste
Tot vervelens toe.
En dag en nacht en dag
Ben jij mijn liefste.

(Leonard Nolens, Hart tegen hart)

4 reacties

  1. Dat gedicht heeft (denk ik) ook al op mijn blog gestaan 🙂
    Vroeger hing het in posterformaat aan mijn slaapkamerdeur.

    • Oh, zo lang al “fan”?
      Ik heb hem toevallig leren kennen door het interview met Ruth Joos op Radio 1. Zou er eigenlijk eens een volledige bundel van moeten lezen, want nu ken ik enkel een paar losse gedichten.