Gedicht: Thuiskomst

Ik heb je lief, al kan ik het niet weten.
Ik bedenk het als je thuiskomt van een dag
in je leven. Maar het is geen gedachte.
Je streelt mijn wang en wie weet,
dat gebaar. Het wordt duizend keer gemaakt
voor het bestaat. Hangt je jas aan de kapstok,
iets van niets, maar morgen ontbreekt het
misschien. Of schudt de dag uit je haar.
Wat ik dan daarin zie, is het begin.
Het huis ontstaat, de tafel neemt plaats,
wij veroorzaken elkaar. Het is toch niet
denkbaar dat iemand dit alles verzint.

(Bernard Dewulf, Waar de egel gaat)

5 reacties

  1. Mooi! Ik vroeg me af: waar haal jij gedichten vandaan? Lees je bundels? Heb je anderen die gedichten met jou delen? Is het toevallig of ga je ernaar op zoek?

    • Dat heb ik me ook al enkele keren afgevraagd. Op deze blog verschijnen vaak pareltjes die toch eerder onbekend lijken, en dat vind ik prachtig, maar ik vraag me dus ook af: hoe kom je er op , hoe vind je ze?

      • Ik vind gedichten door een mengeling van de opties die Loes aangeeft:
        – bundels lezen: doe ik wel en daar haal ik zeker inspiratie uit, maar niet zo vaak (in 2021 vb. 2x). Mijn favorieten van Herman de Coninck, waarvan er hier al verschillende verschenen, heb ik wel bijna allemaal uit de bundels die ik van hem las.
        – ik heb op zich weinig mensen in mijn vriendenkring die ook van gedichten houden, maar wel een paar. Van hen, en dan vooral van Becky die ik via deze blog & goodreads leerde kennen, krijg ik er af en toe, wat ik altijd ongelooflijk fijn vind. Vb. https://lepetitrequin.com/gedicht-evenwicht/
        – toevallig vinden: eigenlijk geldt dit voor de meeste gedichten hier op de blog, want van zodra ik ergens iets moois tegenkom, neem ik een foto en schrijf het nadien over in mijn document met “gedichten en citaten”. Daar ga ik dus regelmatig in bladeren als ik inspiratie voor deze rubriek zoek. Dat document is ondertussen wel al tientallen pagina’s lang, zodanig dat ik soms denk dat ik er wat structuur in zou moeten brengen of het wat zou moeten opruimen, maar omdat het al sinds mijn pakweg 15e meegaat vind ik alles door elkaar, maar wel in chronologische volgorde (of toch grotendeels) ook wel heel fijn, het geeft zo’n gevoel van even te kunnen terugkijken naar wat vb. mijn puberzelf mooi vond 🙂
        – ernaar op zoek gaan: deed ik vroeger bijna nooit, maar nu wel vaker. Dit gedicht van Dewulf bijvoorbeeld zocht ik op toen ik hoorde van zijn vroegtijdig overlijden en het mij wel passend leek iets van hem te posten. Alleen ken ik vooral zijn columns, maar veel minder zijn gedichten, dus heb ik online gezocht en dit mooitje gevonden (hij staat bij deze ook wel genoteerd om eens een bundel van te lezen 🙂 ). Ook Plint, een Nederlandse website over gedichten en beeldende kunst, is een continue inspiratiebron. Ik heb twee tassen / koppen van hun “poëten aan tafel”-reeks in huis, blader graag door hun webshop op zoek naar nieuwe gedichten (soms koop ik er ook iets, soms schrijf ik het gedicht gewoon over). Ik heb er tijdens de kerstvakantie nog een bestelling gedaan met o.a. een poëziescheurkalender en voor het eerst drie nummers van hun tijdschrift, dus de kans is groot dat ik daar weer nieuws ontdek.
        – half toevallig, half op zoek 🙂 vb. ontdekkingen dankzij het lezen van blogs. Ik kom dan wel toevallig op de blog terecht, maar blijf dan hangen, omdat het mij aanspreekt. Christine, die hierboven ook reageerde, schrijft bijvoorbeeld zelf ook gedichten: https://christinevandenhove.wordpress.com/. Daar ga ik dus ook graag en regelmatig eens een kijkje nemen.

        Voila, en nu ga ik zwijgen, want dat is hier weer een heel lange uitleg aan het worden (Loes, jouw vragen leveren blijkbaar vaak bijna blogposts aan antwoorden op 🙂