7 winterse dagen in IJsland
Zoals met elke reis ben ik altijd vast van plan om er hier op de blog veel over te schrijven. Tot nu toe is het resultaat daarvan dat ik veel concepten met wat kernwoorden heb staan en duusd mappen met ongesorteerde foto’s. Het aantal geschreven reisblogberichten: 10… (waarvan eigenlijk geen enkel écht over een reis gaat). Wetende hoeveel schone reizen ik al gedaan heb, is dat nogal een magere oogst…
Niet dat ik mij illusies maak over hoe snel er uitgebreide IJsland-berichten gaan komen (’t is misschien zelfs beter als ze er niet meteen komen, want dan ben ik vermoedelijk afleiding van mijn thesis aan het zoeken 😉 ), maar toen Elisse in de reacties vroeg naar tips, besloot ik toch al een eerste overzichtje te maken. Vandaag een overzicht van ons programma (wanneer ik later – hopelijk – uitgebreidere berichten schrijf, zal ik hier een link toevoegen); morgen een bericht met wat tips voor een bezoek aan IJsland in de winter.
Dag 1
- Brúarhlöð, een rotsformatie in de rivier Hvítá. Niet om speciaal naartoe te rijden, maar wanneer je in de buurt bent zeker een stop waard.
- Gulfoss, een waterval in diezelfde rivier. Absoluut de moeite, maar – zelfs in de winter – heel toeristisch.
- Geysir, een – du-uh – geiser 🙂 . De Strokkur-geiser is zeer actief en spuit ongeveer elke 10 min de lucht in. Meer dan wat ook is dit een absolute must-see, want hoe fantastisch mooi de vele watervallen ook zijn, die kan je op zoveel plaatsen in de wereld zien. Geisers daarentegen, daarvan zijn er maar zes actieve gebieden in de hele wereld!
Dag 2
Ik kroop op deze dag doodop terug in mijn bed (de vorige dag was – mede door een oudejaarsavond met noorderlicht – wat te lang voor mij, wat gecombineerd met de vreselijke effecten van medicatie afbouwen, een wrak van mij maakte). De rest trok naar de Hjalparfoss, een waterval (foss betekent waterval) in de Fossá-rivier die in twee stromen tussen basaltzuilen naar beneden valt.
Dag 3
Zo toeristisch als de waterval Gulfoss was, zo rustig was het in de Gjáin-vallei waar je de Gjárfoss en Gjáinfoss kan zien. Hoewel ons oorspronkelijke plan was om “even” naar de Gjárfoss te kijken en daarna verder te rijden, bleven we er de hele dag (wat natuurlijk ook maar neerkwam op een uurtje of 4 😉 ).
Dag 4
Nationaal Park Þingvellir – erkend UNESCO-werelderfgoed, o.a. omdat hier het Alþing, het parlement van IJsland, opgericht werd – met:
- zichtbare Midden-Atlantische Rug, de scheiding tusssen de Noord-Amerikaanse en Euraziatische plaat
- Öxarárfoss, brede waterval in de rivier Öxará
- Almannagjá, de Alle-mensen-kloof, waar toespraken werden gehouden
- Drekkingarhylur, waar misdadige vrouwen verdronken werden (de mannen werden iets verderop opgehangen…)
Hoewel ook toeristisch is dit park zeker de moeite waard. Wie met een droogpak mag duiken, kan hier tussen de twee tectonische platen zwemmen (als ik ooit terugkeer zal het met die licentie zijn 😉 ).
Dag 5
Op deze dag trokken we naar Vík í Mýrdal en reden vanaf daar langs meerdere stops terug naar huis. Hadden we meer tijd gehad, dan zouden we ook de wandeling naar het vliegtuigwrak bij Sólheimasandur gedaan hebben, maar 8km wandelen én rustig rondkijken én al de rest, dat was teveel voor de hoeveelheid daglicht die we maar hadden.
- Strand van Reynisfjara: heel mooie basaltformatie. Wel opletten met de golven, want die worden hier snel verraderlijk hoog (ik spreek uit natte ervaring 😉 )
- Dyrhólaey: een hele mooie klif, al is er – door scheuren en daardoor afbrokkelende stenen – minder van het gebied toegankelijk dan een paar jaar geleden
- Skógafoss: een 60m hoge waterval in de rivier Skóga. Impressionant! Zeker ook de trappen naar de bovenkant ervan beklimmen 🙂
- Seljalandsfoss: een ongeveer even hoge waterval in de rivier Seljalands (de opbouw van de namen van de watervallen is iedereen ondertussen wel duidelijk vermoed ik 😉 ). Je kan erachter lopen, wat behalve heel tof ook heel nat is. Goede regenkledij aandoen dus!
- Gljúfrabúi: ook een waterval (ja kijk, ’t is niet omdat het systeem van naamgeving duidelijk wordt dat er geen uitzonderingen op zijn 😜 ) en een van de mooiste. Puur qua watervolume is hij veel minder spectaculair, maar hij zit mooi verscholen in een kloof. Absoluut de kletsnatte voeten waard 🙂
Dag 6
Op onze laatste dag samen deden we het rustig aan. We trokken naar:
- Kerið: een vulkaan met een mooie 55m diepe krater, waarin zich een meertje gevormd heeft
- Kerk van Skálholt: een vrij klein kerkje dat ooit het centrum van het belangrijkste bisdom van IJsland was. Tof als tussenstop.
- Secret Lagoon: wij wilden heel graag naar een natuurlijke hotspring, maar hadden weinig zin om tussen de massa in de Blue Lagoon te kruipen. Het werd de – in Flúðir zelf gelegen – Secret Lagoon, waar de watertemperatuur tot 40°C oploopt en je ook de Litla Geysir een klein beetje kan zien spuiten 🙂
Dag 7
De laatste dag wilden Johan en ik oorspronkelijk het schiereiland Reykjanes bezoeken, aangezien dat in de buurt lag van de Airbnb waar we ’s avonds naartoe wilden. Uiteindelijk kwamen we daar niet meer aan toe – soms is praten om je relatie overeind te houden belangrijker dan sightseeing -, maar brachten we wel een kort, avondlijk bezoekje aan Reykjavik. Die stad is zeker meer tijd waard, maar voor ons was dit een natuur- en geen cultuurvakantie, waardoor het geen prioriteit had. Bij een eventueel volgend bezoek in de zomer zie ik er ons wel nog langer rondwandelen. Op het kleine toertje dat we wel deden, zagen we:
- Hallgrímskirkja: een op basaltzuilen geïnspireerde kerk, die weliswaar niet kan tippen aan het echte natuurfenomeen, maar desondanks heel mooi is. Wij waren te laat om binnen te kunnen, aangezien ze in de wintermaanden slechts tot 17u geopend is.
- Harpa concert- en congrescentrum: een impressionant gebouw waar je wel eventjes in kan ronddwalen
- Sólfar sculptuur: een sculptuur uit roestvast staal van Jón Gunnar Árnason, die een “ode aan de zon” is
Ooh wat een prachtige reis, Ijsland is een land waar ik ook ZO graag eens heen wil!
Ik kan het alleen maar aanraden 🙂 ’t Is echt heel erg de moeite! (en dan zagen wij nog maar een klein deeltje eigenlijk)
Wauw! Ijsland staat ook op ons lijstje, maar gezien de schoolvakanties en het bouwverlof zal het bij ons wel in de zomer worden. We moeten nog eens uitzoeken hoe kindvriendelijk Ijsland is, want met een buggy ziet mij dat er niet echt haalbaar uit. Hoe is het eten daar eigenlijk? Veggie-vriendelijk? En ik ben ook benieuwd hoe jullie de reis geboekt hebben: alles zelf geregeld, of via een ‘gespecialiseerde’ reismaatschappij?
Ik zag aan je andere reactie dat je vragen al beantwoord zijn 🙂 Enkel het kindvriendelijke: ik heb er natuurlijk niet specifiek op gelet, omdat wij er geen bijhadden 🙂 Maar met een buggy lijkt het mij inderdaad nogal moeilijk. De meest toeristische dingen zijn wel bereikbaar (bij de geiser zijn alle paden doenbaar voor buggy of rolstoel; bij Gulfoss heb je een aparte parking voor andersvaliden, zodat zij de trappen niet moeten doen – vermoedelijk kan je die met een buggy ook gebruiken), maar op veel plaatsen zijn er ofwel onverharde paden die niet specifiek aangelegd zijn (Gjáin-vallei bijvoorbeeld) of zijn er wel aangelegde paden, maar moet je trappen doen als je alles wilt zien (bij de krater kan je bijvoorbeeld bovenop wel rondom, maar als je naar het meer wilt, moet je logischerwijs een trap af; de voet van de waterval Skógafoss is bereikbaar, maar als je naar de top wilt, moet je trappen op…). Misschien dus inderdaad best gaan tegen dat J. de hele tijd zelfstandig kan rondwandelen, anders ga je toch een pak beperkter zijn in wat je kan doen.
Moh gij, jullie deden op 7 dagen waar wij ’s zomers twee weken over deden! Maar wat een prachtland hé 🙂 Grappig, ik had verwacht superveel sneeuw te zien maar eigenlijk verschillen jouw foto’s niet zoveel van de onze.
Nee, de hoeveelheid sneeuw viel echt gigantisch mee, ik had ook veel meer verwacht (was wat dubbel, want enerzijds waren zo sommige dingen toegankelijk die het met sneeuw niet zouden geweest zijn, anderzijds zou het natuurlijk ook wel leuk geweest zijn om het met sneeuw te zien 🙂 ).
En ale, zijn wij dan zo snel geweest? :p Ik had nochtans niet het gevoel dat we ons gehaast hebben (enkel misschien een beetje op die dag richting Vík) 🙂
Ooooh Ijsland zou ik zo graag eens doen, maar ik heb schrik voor het feit dat je veel geld kwijt bent omdat alles zoveel duurder is
Mja, ’t is zeker geen goedkoop land om naartoe te gaan, dat is een feit. Nu, als je wat tijd investeert, kan je ook wel doenbare prijzen vinden hoor. Wij zaten bijvoorbeeld (als ik het mij goed herinner) aan ongeveer 1000 euro voor de overnachting, wat voor een week met zes personen goed meevalt, vind ik. Wij waren vooral geschrokken van de prijzen voor het eten, al kan je ook dat wel wat drukken door niet teveel uit eten te gaan, maar zelf te koken en aankopen te doen in grotere, goedkopere supermarkten…
Merci, zo schoon daar! Ik ga vanavond uitgebreid alles lezen (ookal ligt ons programma al redelijk vast) 🙂
Graag gedaan, hopelijk heb je er iets aan! En ook merci, want zo heb ik tenminste van een reis al eens effectief iets geschreven 😉 Benieuwd ook naar wat jullie gaan doen 🙂
Al een geluk dat ik hier kan meegenieten dankzij jouw knappe foto’s en reisverslag. Zo’n reis is niet echt haalbaar van me maar hier kan ik rustig vanuit de zetel (nu ja, stoel) die prachtige uitzichten bewonderen. Bijna even indrukwekkend als in het echt. Bijna hé.
🙂 Blij dat je er zo toch een beetje van kan meegenieten. Al zou ik natuurlijk het liefste hebben dat je lichaam je zou toelaten om zo’n dingen zelf te ontdekken!
Ooit, ooit! zal ik er ook eens raken 🙂